Behaälotcha

Behaälotcha

commentaar BIJ Bemidbar
- Behaälotecha
16 Sivan 5781

De lichten van de Menora

door 
Rob Cassuto

De parasja Behaälotcha 1 begint met het bevel aan Aharon de hogepriester om ‘de lampen aan te steken, de zeven lampen moeten licht verspreiden in de richting van de voorzijde van de kandelaar’. Die kandelaar is beter bekend als de menora. Aldus doet Aharon en dan volgt nog een korte beschrijving van hoe de menora is gemaakt, ‘van top tot teen’ gedreven uit één stuk van puur goud.


Een krachtig design

Waar hebben we dat eerder gelezen? In Exodus (25:31). Daar staat, dat Mozes de opdracht krijgt een lampenstandaard te doen maken, een lampenstandaard van zuiver goud volgens een design door de Eeuwige hoogstpersoonlijk aan Mozes doorgegeven. De voet, de schacht, de kelken, knoppen en bloemen moesten uit één stuk goud worden gedreven. De schacht moest zes zijarmen hebben: drie aan de ene kant en drie aan de andere kant, versierd met amandelbloesem, op elk van de zes armen en de schacht een aantal kelken en knoppen en bloemblaadjes. Zeven lampen moesten worden gemaakt om op de armen te zetten, de snuiters en bakjes moesten ook van zuiver goud zijn.
De vorm is prachtig. De lijnvoering van de stam en zijn armen is krachtig en bevredigt ergens diep het gevoel van harmonie. De uitwaaiering vanuit één fundament naar zeven eindpunten, die met licht bekroond worden, resoneert met een archetypisch beeld van groei en bloei naar het licht. De mansgrote Menora van de tabernakel en later van de tempel riep en roept nog steeds associaties, mijmeringen en overdenkingen op.

Een allegorie van ontplooiing


Als we de zin in het tweede vers in het Hebreeuws bekijken en letterlijk vertalen dan staat er: ‘bij het omhoog brengen van de lichten, laat de zeven lichten schijnen naar tegenover (el moel ha-penee) de voorkant van de menora’. De bedoeling van dat el moel ha-penee is niet helemaal duidelijk, maar de meerderheid van de rabbijnse uitleggers zoals Rasji menen dat de zes lichten (d.w.z. de lonten in de oliebakjes) aan weerszijden van het centrale licht op de stam van de menora naar dit middelste licht gericht zijn en het als het ware assisteren in zijn schijnen. De vorm van de menora kan doen denken aan een gestalte, een boom, stevig geworteld in de grond, de takken bekroond met bloesem strevend naar de hemel, of aan de mens die floreert op de lange weg van optimale ontplooiing tussen aarde en hemel, tussen tijd en oneindigheid.2

Vonken van licht bevrijden

In de kabbalistische allegorische visie op de menora van rabbi Levi Yitzchok van Berditchev (1740-1810) 3 legt deze mysticus eerst uit hoe de vonken van Gods liefde als het ware verzonken, ingekapseld, verborgen zijn in de materiële fenomenen van de wereld en hoe het de opdracht is van de mens door een heilzame levenswijze hen te bevrijden uit hun stoffelijke inkapseling (klipot), en daarmee de vonken weer terug te brengen naar hun oorsprong. In alle materiële fenomenen zit een goddelijke vonk of wel een verborgen essentie, geen enkel fenomeen kan los van deze goddelijke oorsprong bestaan hoe ragdun of ogenschijnlijk afwezig dit verband ook lijkt. De meest hoge vorm van liefde is het ontdekken van die vonk van licht in ieder verschijnsel, mens of ding, geen enkel uitgesloten, of het nu een aantrekkelijke of weerzinwekkende manifestatie is. Dat is het levenswerk van de (vrome) mens. Wie zoals Aharon de zeven lichten van de menora ‘doet omhooggaan’ (haälot) doet allegorisch gezien een handeling, die helpt om de vonken uit hun gevangenschap te bevrijden en het spirituele licht – de liefde - in de materiële wereld tot aanschijn te brengen.4 De zeven armen van de kandelaar met hun lichten symboliseren dan de zeven deugden die de mens daarbij helpen. Rabbi Nachman van Bratslav (plm. 1800) 5 somt ze op als een bondig programma voor een Moesar leergang: jezelf onthouden van eerbewijzen, boosheid, ongeduld en arrogantie, het hooghouden van waarheid tegenover de leugen; ver blijven van somberheid en nietsdoen; ver blijven van schade toebrengen door het gesproken woord via laster en roddel en van het bezoedelen van het zien en andere zintuigen; het heiligen van de ogen, neus, oren en mond. Er valt nog veel te doen om een menora te belichamen.

Menora zijn


Een meer fysieke allegorie geeft ons Rabbi Isaiah HaLevi Horovitz (1555-1630, de Shelah) 6. Hij vergelijkt de vorm van de manshoge menora met haar drie armen aan weerszijden van de schacht met de vorm van het menselijk lichaam, dat aan iedere kant van zijn romp drie uitsteeksels heeft, oren (de korte armen), armen (de iets langere middelste armen) en benen (de langste buitenste armen). Centraal is de romp die het hart bevat (en het hoofd zou ik zeggen). Waar zit het licht dan? Daarvoor kijken we naar Spreuken 20:27: de ziel van de mens is de lamp van Hashem (neer Hashem nisjmat adam).

Dat brengt mij tot een uitnodiging om mee te doen met de hieruit te destilleren ‘menora-meditatie’.  Kies een rustige plek in je huis of in de natuur. Ga stevig staan met beide voeten iets uit elkaar. Laat je adem rustig gaan, 1 … 2 … 3… etc. Maak dan een beeld dat je lichaam een schacht is, de schacht van de menora. Spreid dan je armen in een zijdelingse boog en laat je handen iets in de richting van je hoofd hangen, zodat drie vingers (duim, wijsvinger, middelvinger) naar een plek iets boven je hoofd wijzen. Maak dan het beeld dat diep uit de aarde een sterke lichtbundel omhoogkomt die via je benen, je geslacht, je hart door je hoofd en armen samenkomt in een helder licht boven je hoofd. Blijf een tijd zo staan en ervaar hoe het voelt.

Sjabbat sjalom
 

Noten


1. Verschillende andere commentaren op de parasja Behaälotcha zijn te vinden in mijn boek REIZEN DOOR DE TORA , deel 2 Leviticus, Numeri en Deuteronomium, en op mijn website 

2. R. Samson Raphael Hirsch werkt dit beeld verder uit in zijn Toracommentaar ad loc.

3. In zijn commentaar op de Tora ‘Kedushat Levi’ ad loc; zie op Sefaria org


4. De esoterische vonkenleer is de basis geworden voor het leerstuk van Tikoen Olam (herstel van de wereld) vooral in liberaal joodse kringen

5. in Likutei Moharan 13

6. In zijn Toracommentaar Shney Luchot Habrit; zie op Sefaria org

RC mei 2021

©2023 Stichting PaRDeS | Privacy | Disclaimer
envelopephoneclockmagnifiercrossmenuarrow-right