Beresjiet 25:19-28:9
Het boek Genesis/Beresjiet zou deels gezien kunnen worden als een boek met case histories voor gezinstherapeuten. De voorgeschiedenis van Israël loopt niet via voorbeeldige harmonische families. Het begint al meteen met de frictie tussen Adam en Eva in het paradijs en daarna de ruzie tussen hun zonen Kajin en Abel met fatale afloop. De familie van Abraham en Sara blijft schokkende belevenissen niet bespaard en de wrijving tussen de twee echtgenoten rond de halfbroers Isaac en Ismael mag niet ongenoemd blijven. In deze parasja treedt de crisis in de familie van Isaac en Rebekka rond de twee-eiige tweeling Esau en Jacob op de voorgrond. Ook Jacobs grote gezin zal later rijk blijken te zijn aan conflicten, waarbij zijn zonen Jozef en Juda centraal staan. Merk ook de essentiële rol op van de moeders Eva, Sara en Rebekka. Van Adam als vader vernemen we niets en Abraham en Isaac schikken zich volgzaam naar de moeders van hun zonen.
gezinssituaties
Interessant om vanuit psychologisch standpunt deze verhalen te bekijken. We zien hoe Sara haar laat geboren enig kind Isaac wil beschermen, maar ook hoe ze daarin te ver gaat als ze zijn oudere halfbroer Ismaël en zijn buitenlandse moeder Hagar met slechts wat brood en water de woestijn in laat sturen. Abraham, nogal slapjes, gaat daar met tegenzin in mee. Wij zouden als beste stuurlui aan wal de familie bij elkaar gezet hebben om het uit te praten, misschien met een familieopstelling, en met een beroep op het morele gebod een buitenlandse vrouw, een vreemdeling, niet zomaar op straat te zetten.
Ook de huidige parasja1 biedt een interessante casus. Moeder Rebekka heeft na een moeilijke zwangerschap een tweeling gekregen. Haar favoriet is Jacob, die een paar minuten jonger is dan zijn broer Esau, de favoriet van vader. Jacob is fysiek de zwakkere, hij blijft liever in het tentenkamp met zijn neus in de boeken. Esau is de macho en trekt erop uit, het bos en veld in om te jagen. Rebekka heeft ingegeven gekregen dat Jacob degene is die Isaac moet opvolgen wat betreft het gedachte- en geloofsgoed van Abraham, maar Isaac is veel meer gecharmeerd van Esau die hem verwent met uitgelezen wildgerechten uit diens cuisine. Maar Rivka steekt daar een stokje voor met een geraffineerde truc. Ze kleedt Jacob in de kleren van Esau en stuurt hem met zo’n heerlijk wildgerecht naar Isaac die zwaar ziek en halfblind zijn zoons aan zijn vermeend sterfbed heeft ontboden. Jacob moet zodoende de oude man verleiden tot het geven van de zegen die hij in gedachten heeft voor zijn geliefde oudste zoon Esau. Isaac aarzelt maar geeft toch de zegen. Esau komt net te laat en de hel breekt los als hij hoort dat zijn broer zijn zegen heeft gestolen. Jacob moet vluchten voor Esau. Eigenlijk is hij niets opgeschoten want de zegen waarom het eigenlijk gaat, de zegen dat hij degene zal zijn om de lijn van Abraham voort te zetten is niet eens gegeven. De gezinstherapeut zou er een aardige kluif aan gehad hebben om de ouders met elkaar in gesprek te brengen en tot het inzicht dat het beter is hun favoritisme in te dammen en de kinderen gelijkwaardig te behandelen.
Onderliggende polariteiten
Maar als we al die gezinssituaties in Genesis wat diepgaander bekijken valt er iets anders op. Behalve de leerzame pedagogische lessen over hoe het vaak gaat, maar niet moet, is er toch achter het decor van de gezinsproblemen een belangrijke kerngedachte te bekennen. Waarom hebben de verhalen een voorkeur voor Abel, Isaac en Jacob boven resp. Kajin, Ismael en Esau? Het zijn de door passies gedreven gewelddadige zonen die uiteindelijk verdwijnen naar de rand van het verhaal. Het zijn de ogenschijnlijk zwakkere figuren die de lotsgeschiedenis verder brengen. De schijnwerper richt zich op de meer op reflectie, overleg en verstand gerichte personages, die van de Eeuwige een steuntje in de rug krijgen. Moest Abel nog het loodje leggen tegen Kajin, niet de boogschutter Ismael maar de verstandige Isaac krijgt de taak om Abrahams geloof in de Ene godheid en de ideeën van rechtvaardigheid en compassie te midden van niet altijd welgezinde buren met verstandig beleid door de tijd te loodsen. Naar de volgende generatie waar de slimme Jacob, slinkse streken niet schuwend, toch standhoudt tegen de wilde en hartstochtelijke Esau, de man van het zwaard. Later zal de begaafde en schrandere Jozef aanvankelijk slachtoffer zijn van zijn onstuimige broers, maar later hun meester.
We zien in het broederpaar Jacob en Esau – en ook min of meer in de andere broederparen – een polariteit weerspiegeld, die in de geschiedenis steeds terugkeert: reflectie (Jacob) – impuls (Esau), verstand - hartstocht, kalm - gepassioneerd, ordening – anarchie, sociaal - individualistisch, vredelievend – oorlogszuchtig etc. In ethische zin gaat het om moreel – amoreel. Op het filosofische vlak zien we de polariteit terug in de rationele denkers van de Verlichting die de democratie hebben voorbereid en de gepassioneerde denkers van de Romantiek die in de kiem de potentie van het fascisme in zich bergen. Ik denk dat de romantische Nietzsche minachtend op de stille, slimme en bedachtzame Jacob zou neerkijken, maar vol bewondering zou opkijken naar de hartstochtelijke sterke amorele krijger Esau. Misschien mogen we in deze polariteit het paradoxale paar geest – materie ontwaren die in de mens sinds onheuglijke tijden tot een synthese probeert te komen, een proces dat nooit klaar is, niet in ons zelf en niet in de maatschappij. De verhalen van Genesis zijn daar een neerslag van. Het is duidelijk dat de Eeuwige partijdig is en aan de kant staat van Abel, Isaac en Jacob.
noot
1. Meer commentaren op Toldot in mijn boek REIZEN DOOR DE TORA, deel 1.