Pinchas

Pinchas

commentaar BIJ Bemidbar
- Pinchas
18 Tammuz 5783

Een geval van eigenrichting

door 
Rob Cassuto

Bemidbar/Numeri 25:10–30:1

Het laatste deel van de parasja Balak en het eerste deel van de parasja Pinchas 1 gaan over het drama van de verboden seksuele relaties  van de Israëlieten met de meisjes van Moäv en Midjan. Die hadden de Israëlitische mannen verleid om mee te doen met de offers aan hun god Baäl Peor (vermoedelijk gepaard gaand met vormen van tempelprostitutie).
Het blijkt later een list te zijn geweest van de gefrustreerde Bilam (zie parasja Balak) om met deze geraffineerde aanpak de Israëlieten te verzwakken 2 . Een dodelijke ziekte verspreidt zich onder het volk en leidt tot een rampzalige sterfte.

De Tora wijt dit aan de woede van de Eeuwige, maar waarschijnlijk was er (ook) sprake van een ernstige geslachtsziekte. Mozes houdt met de oudsten een crisisberaad en tijdens hun beraadslagingen spitst het gebeuren zich dramatisch toe als één van de prinsen uit de stam Sjimon, Zimri genaamd, tot verbijstering van Mozes en de raadslieden een Midianitische prinses openlijk naar zijn tent voert om met haar de bijslaap te verrichten 3.
Pinchas kan dit niet langer aanzien en neemt zijn speer en gaat naar de tent waar de prins Zimri en de Midianitische Kosbi de bijslaap bedrijven en doorsteekt met dat wapen hun onderlichamen. De sterfte is toen meteen gestopt, misschien omdat dit afschrikwekkend voorbeeld de mannen onmiddellijk van verdere seksuele omgang met de Moabitische en Midianitische vrouwen afhield. Intussen waren er vierentwintigduizend slachtoffers gevallen.

Dan begint onze parasja met:
25:10 Toen sprak de Eeuwige tot Mozes: 11 Pinchas, de zoon van Elazar, de zoon van de priester Aharon, heeft Mijn grimmigheid over de Israëlieten afgewend, doordat hij zich in hun midden met ijver (be-kano) voor Mij heeft ingezet, zodat Ik de Israëlieten niet in Mijn na-ijver (be-kinati) vernietigd heb. 12 Zeg daarom: Zie, Ik geef hem Mijn verbond van vrede: 13 Hij, en zijn nageslacht na hem, zullen het verbond van het eeuwige priesterschap hebben, omdat hij zich voor zijn God heeft ingezet en verzoening voor de Israëlieten heeft gedaan.

Fanatisme

Wat opvalt in de tekst is het veelvuldig gebruik van de woordstam ‘kana’ dat moeilijk te vertalen is. Het bergt in zich woede, jaloersheid, fanatisme, maar ook enthousiasme en extreme toewijding, in het Engels enigszins vergelijkbaar met ‘zeal'. Het woord kina betekend jaloersheid, naijver (voortlevend in het Jiddische kinnesinne < Kina sinas , na-ijver en haat). Het Hebreeuws voor ‘zeloten' is kanaïm. Pinchas heeft - letterlijk vertaald – ‘met zijn ijver mijn naijver verjaagd, want anders had ik in mijn naijver de kinderen van Israël vernietigd' 4.

Pinchas stelt met zijn impulsieve eigenrichting de vraag actueel: wanneer is een recht en wet doorbrekende daad, die in aller belang lijkt te worden verricht en vele levens spaart, gerechtvaardigd? Kennelijk heeft God de impulsieve daad van eigenrichting achteraf goedgekeurd en zelfs beloond met de promotie van het ‘eeuwig’ priesterschap 5 .
Het fanatisme gaat vaker wel dan niet over de schreef. In het geval van Pinchas was er sprake van een acute noodsituatie (in dit geval de om zich heen grijpende epidemie, nog aangevuld met een dreigende strafexpeditie door Mozes), een acute maatschappelijke ontwrichting (de anarchie van normen en waarden) en het overweldigende levensreddende karakter van de daad, i.c. twee slachtoffers versus de mogelijk nog komende duizenden levens van de volksgenoten. Zijn dat voldoende criteria?
Vele commentatoren hadden en hebben moeite met de beoordeling van de daad van Pinchas. Ook de vaststellers van de uiteindelijke Hebreeuwse tekst in de vroege middeleeuwen, de Masoreten; dat blijkt wellicht uit het schrift in de Torarol (sefer Tora) en in de Hebreeuwse tekst van de Tora in boekvorm (de Choemash). Daar is in vers 11 de naam Pinchas met een heel kleine jod geschreven en de vav (klinkend hier als o) in ‘briti shalom'. Mijn verbond van vrede, is gebroken in twee stukken, leest u het maar na.

De eigenlijke durende vrede kan op deze wereld nooit door geweld worden bereikt, is mijn favoriete uitleg.

noten

1. Verschillende andere commentaren op de parasja Pinchas zijn te vinden in mijn boek REIZEN DOOR DE TORA , deel 2 Leviticus, Numeri en Deuteronomium, en op mijn website 

2. Tot woede van Mozes worden in de later volgende oorlog met Midian de vrouwen buitgemaakt.  316  “Zie, zíj waren door de raad van Bileam voor de Israëlieten de aanleiding tot trouwbreuk tegen de Eeuwige’. In die oorlog is ook Bilam gesneuveld.

3. De vurige dienstbaarheid, die tot extremisme kan leiden, was ook al te vinden bij de zonen van Aharon, Nadav en Avihoe, die zich te buiten gingen in geestdriftige maar ongevraagde rituelen (Sjemot/Ex. 10:1). Volgens de Midrasj speelden de zielen van deze twee dan ook door in de persoon van Pinchas. De ziel en de ‘zeal ‘ van Pinchas ging volgens de midrasj weer over naar de profeet Elijahoe, die ook door dienstwillige ijver werd bezield. Niet voor niets treedt hij op in de Haftara – toegevoegde profetenlezing – van deze week (1 Meelachim/Koningen 18:46-19:21 ). Meer over Pinchas en Elia in mijn korte essay http://www.robcassuto.com/Elia%20in%20de%20grot.htm

4.  In een midrasj, verhaald in de Talmoed (Sanhedrin 82a en b), wordt het provocatieve karakter van deze daad nog benadrukt in een schilderachtige uitweiding over hoe dat zich mogelijk heeft afgespeeld.
Zie hier voor een parafrase.

5. In ieder geval komt hij nog 300 jaar later voor in de tijd van de rechter Jefta (Jiftach), of het moet een late nazaat en naamgenoot zijn.

Herzien juli 2023

©2023 Stichting PaRDeS | Privacy | Disclaimer
envelopephoneclockmagnifiercrossmenuarrow-right