In deze parasja worden belangrijke elementen geleverd voor de ordening van de maatschappij van de in Kenaän binnengetrokken stammen van Israël. Ordeningspunten die ook nu nog altijd spelen: de rechtspraak (het aanstellen van rechters en beambten en onpartijdig rechtspreken, beroepsmogelijkheid bij de Levieten), bewijsvoering, getuigen (minimaal twee), asielregelingen. Heftig worden dwaalwegen veroordeeld: wichelarij, waarzeggerij, tovenarij, en afgoderij wordt bestraft met de doodstraf. Alleen op deze plaats noemt Mosjee zichzelf profeet. Ook na hem zullen profeten komen. Wie kan je vertrouwen? Een profeet is hij die waarheid spreekt, als het uitkomt wat hij zegt. De Eeuwige voorziet bij monde van Mosjee, dat het volk ooit een koning zal willen, dat is goed dan. Het merendeel van de rabbijnse geleerden ziet er geen mitswa in, maar een concessie aan een lager volksverlangen. Die koning mag niet te veel paarden, vrouwen en goud en zilver hebben (dit is koning Salomo later vergeten). Verleg niet eigenmachtig de grensstenen van een stuk land.
Oorlogsrecht
Hoofdstuk 20 bevat regels voor oorlogvoering. Op zich is het revolutionair dat in het millennium voor de westerse jaartelling de barbaarse krijg enigszins aan banden wordt gelegd; het is een combinatie van mildheid en verstandigheid ten opzichte van het eigen volk enerzijds en vergaande hardheid naar de vijand anderzijds.
Na een inspirerende toespraak van een priester gaan beambten rond met de vraag wie een nieuw huis heeft gebouwd en het nog niet heeft betrokken. Die is vrijgesteld en mag naar huis. Wie net een nieuwe wijngaard heeft geplant, mag naar die nieuwe wijngaard gaan en is vrijgesteld. En wie net is verloofd met een vrouw mag naar huis om het huwelijk te consumeren. Nergens staat dat wie de hele dag de Tora en andere eerbiedwaardige geschriften bestudeert geen militaire dienst hoeft te verrichten en naar huis mag om daarmee door te gaan.
Wel vragen de officials om er eerlijk mee voor de dag te komen als je bang bent om te vechten; ga dan naar huis om de anderen niet met je angst te besmetten
Maar als een stad zich niet wil overgeven, dan mag je hem belegeren en als je hem verovert dan wordt er nog een onderscheid gemaakt tussen een stad veraf en een stad dichtbij, d.w.z. een stad die in het beloofde land ligt. In het eerste geval ‘moet u al wie mannelijk is met de scherpte van het zwaard slaan’; vrouwen, kinderen en have en goed mogen de veroveraars in bezit nemen.
‘Maar van de steden (dichtbij) van deze volken die de Eeuwige, uw God, u als erfelijk bezit geeft, mag u helemaal niets wat adem heeft, in leven laten.’ D.w.z. alles wat daar in die steden leeft moet dood; hier speelt uitdrukkelijk de angst dat de Israëlieten iets van hun gruwelijke gewoonten zullen overnemen.
In de praktijk is het nooit zover gekomen, maar niettemin treft de wreedheid van deze bepalingen.
Hoe is het nu?
De wrede sancties op overwonnen tegenstanders, daar staan wij niet meer achter. Enige jaren geleden schreef ik iets als: De moderne tijd kent tegelijk met de ingrijpende en invloedrijke beweging van de Verlichting ook de uitbraak van barbaarse oorlogen die tot catastrofen heeft geleid niet in het minst voor de joden (en tevens de oprichting van de staat Israël heeft versneld) maar ook tot een opnieuw doordenken van de ethiek die ook in oorlogen niet verloren mag gaan. In het Joodse denken verschuift tegelijkertijd de preoccupatie van het oude bijbelse Israël met de wrede sancties en het voorkomen van afgodendom naar het concept van een moderner Israëli met een loyaliteit aan fatsoen en beschaving en een zekere mate van verdraagzaamheid als barrières tegen barbarisme en bijgeloof. De verdediging van democratische, liberale en humanitaire waarden kan daarmee een onderdeel van het mainstream Joods gedachtegoed worden.
Iets in die orde schreef ik toen. Sindsdien ben ik een stuk minder optimistisch geworden. Moderne conventies die in de 20ste eeuw door vele landen gesloten zijn om oorlogsmisdaden aan banden te leggen en te bestraffen zijn voortdurend en de laatste decennia en zeker ook recent in de Oekraïne met voeten getreden. In Israël winnen partijen die de democratie willen inperken aan kracht evenals de propaganda om een soort oud Israël met geweld te realiseren. De rechten van Joodse burgers die van de (ultra) orthodoxe norm afwijken te tolereren raken in gevaar. De Arabische minderheid dreigt steeds meer een onderwerp van discriminatie en haat te worden. Dit is niet het Israël van mijn jongere jaren, waarin ik een misschien overspannen idealisme met vele andere zionisten deelde.
RC aug 2023