Het begrip kloof is nauwelijks te vermijden in de actuele nieuwsvoorziening en aan allerlei gesprekstafels. Een kloof die met name een rol speelt op sociaaleconomisch en cultureel-geografisch gebied. Te denken valt aan de kloof tussen arm en rijk, aan ongelijkheid in het onderwijs, aan het verschil tussen stad en platteland.
Kring 1 staat stil bij de kloof tussen hemel en aarde, een bijbels gegeven bij de scheppingsdaad. In het vervolg van de Bijbel bestaat het verlangen deze kloof te dichten. Wat betekent deze kloof voor ons verlangen?
Kring 2 onderzoekt de sociaaleconomische kloof tussen de leden van de gemeenschap Korinthe. Wat zegt Paulus precies wanneer hij schrijft: ‘Jullie hebben toch huizen om te eten en te drinken?’ Wanneer dat geldt voor degenen die tekortkomen, dan is dat een raar advies.
Kring 3: Vanuit de chassidische vertelling waarmee kring 3 begint, kan de vraag gesteld worden wie de dove is in wiens dovemansoren cultuuronderwijs een ‘zinloos gedoe van mallen’ is. Een pleidooi om onderwijs meer te laten zijn dan de kernvakken, en daarmee de kloof te dichten in het onderwijs.
In kring 4 laat Bärbel Goedeking, vanuit een diepe verbondenheid met mensen aan de arme kant van de samenleving, ooit gevoed door de lessen van Yehuda Aschkenasy, zien wat die lessen in de praktijk betekenen.
Kring 5 analyseert de kloof in de Verenigde Staten en ziet daar botsende wensen, opvattingen en meningen die de kloof in de samenleving uitslijten. De vraag daarbij is: valt de kloof nog te dichten en hoe dan?
Kring 6 is onbedoeld actueel. De kloof tussen stad en platteland is het onderzoeksterrein waar hoogleraar Cultural Analysis Esther Peeren zich de afgelopen jaren mee bezighoudt. Welke beelden spelen daarbij een rol?
Namens de redactie, Niek de Wilde