Parasha Kedosjiem

Parasha Kedosjiem

commentaar BIJ Wajikra
- Kedosjim
4 Iyar 5782

Een boom planten voor toekomstige generaties

door 
Rolf Post

Leviticus 19:1 – 20:26

Het begin van Kedosjiem beschrijft wat vereist is om heiligheid in het leven na te streven. Dit omvat ethische regels en het vermijden van Moloch, heksen en tovenaars. 
Sidra Kedosjiem brengt ons een serie rituele en ethische voorschriften voor het leven. De eerste twee pesoekim (verzen) zeggen: "De Eeuwige zei tegen Mosjee: ‘Zeg tegen de gemeenschap van Jisraëel: "Wees heilig [streef heiligheid na], want Ik, de Eeuwige jullie God, ben heilig...." Deze krachtige woorden roepen meteen een aantal met elkaar verstrengelde vragen op: Waarom moet je heilig zijn? Wat betekent het woord heilig/heiligheid? En belangrijker nog, wie zijn wij dat wij heilig zouden kunnen of moeten zijn? 

Heilig zijn betekent in eerste instantie apart zijn, afgezonderd van het gewone; het betekent in de dienst van God staan, gewijd zijn, kort gezegd: goddelijk. 

Door heilig gedrag scheppen wij een heilige ruimte voor God om tussen ons in te verblijven.

We leven vandaag in omstandigheden die we nooit eerder hebben ervaren. Nooit eerder zijn wij zo zeer geaccepteerd en geïntegreerd geweest in de maatschappij en de bredere cultuur waarin we leven. Daar staat tegenover dat onze persoonlijke vrijheid een uitdaging met zich meebrengt voor onze mogelijkheden om een leven van heiligheid, in heilige afzondering, te leven als individuen en als volk. Hoe kunnen wij onze specifieke religieuze tradities handhaven en tegelijkertijd deel zijn van een universalistische cultuur? 
De sidra leert ons dat het niet genoeg is om de mitswot in acht te nemen op het individuele niveau. We dienen een heilige gemeenschap te vormen.

De manier om onze gemeenschappelijke identiteit en streven naar heiligheid te bevorderen is om met grote regelmaat bij elkaar te komen voor activiteiten die een gewijd doel dienen, of het nu (sjoel)diensten, lernen of tikoen olam betreft. Hierdoor ontstaan gemeenschappen met een gezamenlijk doel en betekenis. 

Een illustratief verhaal 

Vorig jaar droeg de walnotenboom, die mijn vader plantte 20 jaar geleden voor het eerst vrucht: een eenzame walnoot! Dit jaar verkopen ze het huis; ze zullen vertrokken zijn voordat de boom weer vruchten zal kunnen dragen. "Het maakt niets uit," zei mijn vader tijdens Pesach en dan herhaalde hij wat hij zei toen hij de boom plantte: "Ik plant deze boom voor toekomstige generaties." 

Zijn uitlating was een versie van een bekende midrasj op sidra Kedosjiem. Daarin wordt verteld hoe eens de Romeinse keizer Hadrianus een heel oude man zag die met veel moeite een vijgenboom plantte. "Waarom doet u dit zware werk toch?" vroeg hij. Denkt u werkelijk dat u lang genoeg zult leven om van de vruchten van deze boom te kunnen eten?" "Als ik het verdien, zal ik ervan kunnen eten," antwoordde de Jood, "maar als ik dat niet zal beleven, zullen mijn kinderen en nageslacht ervan genieten."

Het eerste wonder dat gedaan werd voor het Joodse volk na de Uittocht uit Egypte en de doortocht van de Schelfzee werd verricht door middel van een boom. Toen zij bij de bron van Mara waren aangekomen en geen water hadden, bleek het water in de bron ook nog bitter (mar) en ondrinkbaar. God droeg Mosjee op om een stuk hout in het water te gooien en daarmee werd het water zoet en gezond. Daar, zegt de tekst, heeft God het volk "chok oe-misjpat", regels en wetten gegeven (Sjemot [Exodus] 15:22-25). 

De regels en wetten die gegeven worden in de sidra van deze week hebben betrekking op recht doen en onderscheid maken. U zult heilig zijn, zegt God, zoals Ik heilig ben, zoals ik u heb onderscheiden van alle andere volkeren. Heilig zijn betekent afzonderen, onderscheid maken, eigen oordelen vormen, grenzen stellen, categorieën bepalen. In Kedosjiem leren we dat, als wij de blauwdruk van de sidra en de Tora niet volgen en de rechtvaardige samenleving die daarin is voorzien niet scheppen, wij onze rechten verliezen in het land, zodat de maatschappij, de bomen en de vruchten verloren zullen gaan.

De verwevenheid van bomen, wetten en het voortbestaan van het Joodse volk is diep in de collectieve psyche gegrift. Net als destijds bij de bron Mara verbindt de sidra van deze week bomen met de opdracht Gods "choekim oe-misjpatim", regels en wetten na te leven. Het is niet voldoende, zegt de tekst, om gewoon het land binnen te gaan en te gaan genieten van wat degenen die wij onteigend hebben, hebben achtergelaten. Heiligheid en rechtvaardigheid zijn in wezen hetzelfde. Wij verdienen het eten van de vruchten van de bomen alleen door een rechtvaardige samenleving te scheppen en in stand te houden. Deze keer zal niemand anders het water zoet maken voor ons. En als onze samenleving geworteld is in rechtvaardigheid en heiligheid hebben we niet alleen voor onszelf geplant, maar ook voor komende generaties.

Vrij naar het origineel: zie limmud.org.

http://www.timemphis.org/about-temple/living-torah

http://www.thefullwiki.org/Beshalach

Archives

©2023 Stichting PaRDeS | Privacy | Disclaimer
envelopephoneclockmagnifiercrossmenuarrow-right