Parasja Jitro

Parasja Jitro

commentaar BIJ Sjemot
- Jitro
17 Shevat 5783

De wijsheid van niet-Joden

door 
Rob Cassuto

Sjemot/Exodus 18:1 – 20:23  

De parasja Jitro begint met het bezoek van de schoonvader van Mosjee en beschrijft daarna de eerste fasen van de wonderlijke gebeurtenissen op en rond de berg Sinaj, met als climax de uitroep van de Tien Woorden (Tien Geboden) 1 .
De Tora neemt de tijd om het bezoek van Jitro uitgebreid te beschrijven, de aankomst, het vertellen over de uittocht met zijn wonderlijke uitreddingen, de gezamenlijke plechtige maaltijd in de tent van Mosjee en het offer, dat Jitro brengt aan Elohiem  – een in dit geval diplomatieke term, want de andere naam JHVH was nog vreemd voor deze niet-Israëlitische bezoeker. Wat opvalt is het respect, waarmee Jitro wordt ontvangen en de zorgzaamheid, waarmee hij zijn schoonzoon tegemoet treedt.

Het advies van Jitro

Dat wordt met name geïllustreerd, als de schoonvader de lange rijen ziet van de Israëlieten die wachten op hun beurt om voor Mosjee te verschijnen. Ze willen zijn advies of oordeel over hun problemen of zorgen of willen hem vragen voorspraak te doen bij de Eeuwige. Van de ochtend tot de avond wachten ze daar in de brandende zon. Tegelijk ziet hij hoe zjjn schoonzoon vermoeid raakt en bijna bezwijkt onder de grote last, die op zijn schouders rust. De ervaren priester komt met een oplossing. Hij adviseert Mosjee structuur en organisatie aan te brengen om zo zijn taken te verlichten; alleen de grote zaken moet hij behandelen, de kleinere moet hij overlaten, 18:21-23: ‘Je moet leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien van hen aanstellen. Zij moeten altijd over dit volk oordelen. Maar laat het zo zijn dat zij elke grote zaak bij jou brengen, en zelf over elke kleine zaak oordelen. Maak het zo voor jezelf lichter en laat hen die last samen met je dragen'.
Als managementconsultant avant la lettre wist de schoonvader, dat wie een lastige taak moet volbrengen onder grote verantwoordelijkheid, maar alles alleen wil doen, een grote kans loopt anderen onrecht te doen en zelf te bezwijken onder de stress. Jitro's advies klinkt nog door alle eeuwen heen tot de overbelaste managers van nu: taken organiseren, structureren, verdelen en de uitvoering delegeren. 

De wijsheid van niet-Joden

Hoe kan het zijn, dat de spirituele gigant Mosjee deze toch niet zo moeilijk te bedenken oplossing moest vernemen van een vreemdeling,? Had hij het niet zelf kunnen bedenken. Rabbijn Nathan Lopes Cardoso 2 neemt ons in zijn moderne commentaar mee naar het commentaar van de 19e-eeuwse R. Samson Raphael Hirsch. Deze laatste oppert, dat Mosjee kennelijk niet de gave van wetgeving en organisatie van nature bezat. Het toont aan, dat de wetten en instellingen van de Tora niet uit zijn eigen hoofd konden komen, maar dat hij alleen maar het best denkbare instrument was.
Toch laat dat overeind, dat het niet de Eeuwige was die de reorganisatie van de rechtspraak aan Mosjee doorgaf of ingaf, maar – al dan niet door Zijn bemiddeling - zijn schoonvader. Daar moeten we  een lering uit trekken. Lopes Cardoso wijst op een ander commentaar, dat van Chaim ibn Attar (bijgenaamd Or ha-chaim): G'd wilde aan het Joodse volk laten zien, ‘dat al in die tijd en gedurende alle toekomstige generaties er grote en wijze mannen gevonden kunnen worden onder de naties van de wereld. Jitro was een voorbeeld van een verlichte niet-Jood, die dit zonder twijfel heeft aangetoond. Het leert ons, dat G'd het Joodse volk niet vanwege zijn superieure intelligentie heeft gekozen. God heeft het Joodse volk gekozen als (…) een daad van liefde voor zijn volk’ 3 .
Het verhaal van Jitro roept op tot nederigheid. Het Joodse volk bezit vele talenten – ja u roept natuurlijk meteen, een onevenredig deel van de Nobelprijzen is gewonnen door Joden -, maar ook bij de niet-joden is grote wijsheid en deskundigheid te vinden en zeker ook op terreinen waar de Joden niet zo begaafd zijn, wijsheid waar Joden van geleerd hebben en nog steeds kunnen leren. Tegelijk is de openbaring van de Tora aan de Joden ook bedoeld voor de niet Joden om van te leren. Om dat te benadrukken is de parasja geplaatst voor de latere wetgeving op de Sinaï.

Heeft Jitro zich nu bekeerd tot het Jodendom?

De hedendaagse Israëlische Rabbi Shlomo Rishkin 4 denkt van niet, in tegenstelling tot veel oude midrasjiem. Als Mosjee in Bamidbar/Numeri 10 Jitro (daar genoemd bij zijn andere naam Chovav) smeekt met hem mee te trekken, zegt Jitro: nee ik ga niet mee, ik ga naar mijn land en naar mijn geboortegrond'. Hij zegt niet: ‘het land van mijn vaderen'  5 wat volgens Rishkin betekent, dat hij zich weliswaar niet tot het Jodendom bekeert, maar ook dat hij niet zal terugkeren naar de afgodendienst van zijn voorvaderen. Laten we aannemen, dat hij een aanhanger zal zijn geworden van de Noachitische wetten en hem als voorloper zien van een vreedzaam religieus pluralisme.

Noten

1.  Over de Tien Woorden zie mijn boek Reizen door de Tora deel 1 , p. 137 ev

2. Rabbijn Nathan Lopes Cardoso op The Times of Israel site:  http://blogs.timesofisrael.com/parashat-yitro-racism-and-the-wisdom-of-a-gentile/

3. Het Toracommentaar van deze beroemde rabbijn uit Marokko (1696-1743 overleden in Jeruzalem) is met Engelse vertaling te lezen op de onvolprezen website sefaria.org

4. Rabbi Shlomo Rishkin op de Jerusalem Post site:
https://www.jpost.com/Jewish-World/Judaism/PARASHAT-YITRO-Jews-gentiles-and-justice

5.  In Beresjiet 12:1 verlaat Avraham ‘zijn land, zijn geboortegrond én zijn vaders huis’, dwz de goden van zijn vader.

Herzien februari 2023

©2023 Stichting PaRDeS | Privacy | Disclaimer
envelopephoneclockmagnifiercrossmenuarrow-right