Sjemot 21:1–24:18
Deze parasja wordt wel ‘het boek van het verbond' genoemd. Immers het grootste deel van de parasja bestaat uit allerlei belangrijke regels (21-23), deels een uitwerking van de Tien Woorden, hetgeen uitmondt in paragraaf 24, waarin de sluiting van het Verbond wordt bezegeld en Mosjee in vers 4 al het gesprokene te boek stelt en dit boek ( sefer ha-briet ) in vers 7 aan het volk voorleest.
Een mix van voorschriften
Achtereenvolgens komen onder meer aan de orde: regels betreffende slaven en hun vrijlating, overtredingen rond moord, doodslag, geweld (inclusief het vervloeken van de ouders), regels rond kwetsuren en toebrenging van lichamelijk letsel, verantwoordelijkheid voor schade toegebracht door dieren, regels rond diefstal, onrechtmatige begrazing en brandschade op het veld, regels rond bewaring, verleiding van maagden, goddeloze gewoonten, liefde voor en solidariteit met vreemdelingen, armen, weduwen en wezen, aanbod van eerstelingen, regels rond juist gedrag (m.n. inzake hulp aan de naaste, getuigenissen,
omkoping ), regels betreffende heilige tijd (joweljaar, sjabbat, pelgrimsfeesten, hier staat ook het verbod een bokje in de melk van zijn moeder te koken, vermoedelijk opgenomen omdat de Kena'anitische volken rondom dit in hun riten wél deden).
Na een brugstuk met waarschuwingen en beloften van de kant van de Eeuwige komt dan de verbondssluiting in zijn verschillende fasen: de oprichting van het altaar en de twaalf stenen, het voorlezen van het verbondsboek, de ontmoeting van de oudsten van Israël, Aharon en zijn twee zonen met een goddelijke verschijning en een aansluitende plechtige maaltijd. Hierover elders op mijn website.
Om er maar een paar markante bepalingen uit te lichten, die een fors moreel appel op ons karakter doen:
Sjemot/Exodus 23:2 (HSV): U mag de meerderheid niet volgen in het kwaad, en u mag in een rechtszaak niet zo antwoorden dat u zich schikt naar de meerderheid om zo het recht te buigen.
3 U mag een arme bij zijn rechtszaak niet voortrekken.
4 Wanneer u een rund van uw vijand of zijn verdwaalde ezel aantreft, moet u het dier beslist bij hem terugbrengen.
5 Wanneer u de ezel van iemand die u haat, onder zijn last ziet liggen, moet u zich ervan weerhouden om het aan hem over te laten. U moet de ezel beslist samen met hem overeind helpen.
Intgriteit
Wat hebben deze bepalingen gemeenschappelijk?
Het lijkt vooral te gaan om integriteit. Al te menselijk is het om je gedrag te laten beïnvloeden door emoties van het moment, denk aan angst, haat, ressentiment. Ook partijdigheid of opportunisme kunnen zwaar wegen.
De bepaling ‘U mag de meerderheid niet volgen in het kwaad' werd door de rabbijnen vooral betrokken op de rechtspraak, wanneer het aankwam op stemming van de rechters over schuld of onschuld.
Rasjbam ((1085 – 1158, kleinzoon van Rasji) bijvoorbeeld zegt bondig (ad loc): ‘Als naar jouw mening de meerderheid bezig is een verkeerd oordeel te vellen, blijf dan niet zwijgen, omdat zij de meerderheid zijn, maar kom met jouw mening. Dat gaat zelfs op als je van te voren weet, dat ze jouw zienswijze niet accepteren, maar die van de meerderheid'.
Ik denk, dat we dit gebod gerust ruimer mogen uitbreiden vanuit de rechtszaal naar morele richtlijn voor discussie, oordeelsvorming, uiting van opinies in commissies, colleges, parlementen en zelfs naar het discours in massamedia (en dan hebben we het nog niet eens over ‘social media’). De opvolging van dit gebod om coram populo authentiek en integer te spreken en te handelen eist een grote mate van moed. Is niet één van onze grootste angsten door de meerderheid, verlaten, verguisd en verworpen te worden? Je eigen authentieke stem te ontdekken en te ontwikkelen is sowieso al een levenslange taak en hem publiek te laten horen nog een dappere stap verder.
23:3: ‘U mag een arme bij zijn rechtszaak niet voortrekken': Hier geldt dat sentimentaliteit niet de doorslag mag geven bij het zoeken naar een rechtvaardig oordeel. Medelijden alleen is een slechte raadgever.
23:4,5: ‘Wanneer u een rund van uw vijand of zijn verdwaalde ezel aantreft, moet u het dier beslist bij hem terugbrengen.
5 Wanneer u de ezel van iemand die u haat, onder zijn last ziet liggen, moet u zich ervan weerhouden om het aan hem over te laten. U moet de ezel beslist samen met hem overeind helpen'.
Ook antipathie, vijandigheid of ressentiment mag een juiste handelwijze niet in de weg staan.
Dit laatste lid 5 zou volgens de middeleeuwse geleerde Rasji (op grond van zijn opvatting van het voegwoord ki) eerder moeten luiden: wanneer u de ezel van iemand die u haat en u nalaat hem te helpen, moet je hem (de ezel) met hem (de gehate) toch overeind helpen. Deze vertaling brengt meer in beeld hoe eerst de neiging bestaat toe te geven aan je antipathie. Maar toch: het is beter over je eerste impuls heen te stappen en toch je gehate buurman of je vervelende collega in nood bij te staan. Ook dit is een gebod van hoog ethisch niveau maar o zo lastig in praktijk te brengen. Al is de uitdaging wat praktischer en realistischer geformuleerd dan het abstracte ‘Hebt uw vijanden lief' (Matteüs 5:43). Het helpen van je vrienden in nood is meestal zo moeilijk niet, maar de mensen te hulp komen voor wie je geen sympathie hebt of zelfs weerzin, dat is andere koek.
sjabbat Shekalim
De sjabbat, waarop de parshe Misjpatiem wordt gelezen, is ook de sjabbat met een aanvullende lezing van Sjemot 30:11-16, het begin van de parshe Ki Tisa, het stukje over de volkstelling die gepaard gaat met een 'belasting' van een halve sjekel. Vandaar de naam Sjabbat Sjekaliem.