Bamidbar 4:21–7:89
In de mix van voorschriften en verhaal in deze parasja 1 treffen we de regels aan betreffende de achterdochtige echtgenoot die vermoedt dat zijn vrouw is vreemdgegaan (5:11 en verder). Was er sprake van geheime ontrouw, of praatte ze alleen al te veel met andere mannen, of was er niks aan de hand? Getuigen heeft hij niet en daarom voorziet de Tora in een ritueel dat haar schuld of onschuld moet aantonen, een soort godsoordeel: de waterproef. Voor de priester staand moet de vrouw dan ‘bitter water’ drinken, een mengsel van water, stof van de tempelvloer en een geschreven vervloeking; wordt ze ziek en valt haar buik in dan is ze schuldig en wordt het huwelijk ontbonden. Blijft haar gezondheid normaal, dan is er niets aan de hand.
De waterproef afgeschaft
In de mannenwereld van Tora en Talmoed is de vrouw vaker object dan subject en verbaast het niet dat voor de achterdochtige vrouw niet een dergelijke bepaling ten aanzien van verdachte mannelijke echtgenoten is opgenomen. Toch voelden de rabbijnen van de Talmoed wel aan dat de mannen hier wel erg gemakkelijk mee wegkwamen. Als de mannen hetzelfde gedrag ongestraft kunnen bedrijven slaat het nergens op als ze hun echtgenoten aan een dergelijke gemene beproeving blootstellen. Derhalve zegt de Misjna (Sota 9:9) dat ‘vanaf de tijd dat (mannelijke) echtbrekers zich vermeerderden’ (wanneer dat was blijft in het midden) de waterproef is afgeschaft, een beslissing van Rabbi Jochanan ben Zakkai (30-90 CE), de behoeder van het jodendom na de verwoesting van de tempel.
De vrouwen hebben een zwakke positie toebedeeld gekregen
Dat neemt niet weg dat de positie van de vrouw volgens de Joodse wet uiterst zwak is. De man kon gemakkelijk van zijn vrouw af. Hij hoefde alleen iets ‘onbehoorlijks’ (devar erwa) bij zijn vrouw op te merken om haar een scheidingsbrief te overhandigen en haar de laan uit te sturen (Deuteronomium 24:1). Wat was dat onbehoorlijks dan? De school van de meestal strenge Sjammaj (eerste eeuw) zegt: dat is bij overspel. Deze ‘strikte’ opvatting werd gedeeld door Jezus van Nazaret 2 .
De meestal wat lossere school van Hillel vat het heel wat lichter op: als iets de man in zijn vrouw niet bevalt, bv. als ze het eten laat aanbranden of teveel zout in het eten doet (sic!), is dat al voldoende om haar weg te sturen. Rabbi Akiva maakt het nog bonter: als een man een andere vrouw mooier vindt en haar wil mag hij die inwisselen voor zijn eerdere vrouw. (Misjna Gittin 9:10). 3
Een contranarratief van opmerkelijke vrouwen in de Talmoed
Hoe kan rabbi Akiva tot deze uitleg komen als zijn eigen vrouw (Rachel zegt de midrasj) een toonbeeld was van wijsheid, toewijding en opofferingsgezindheid? 24 jaar wachtte de dochter van een rijke vader op Akiva’s terugkomst, totdat de eens zo arme herder mede door haar stimulans door noeste studie was opgeklommen tot vermaard Torageleerde (Ketubot 62b-63a).
Er zijn meerdere opmerkelijke vrouwen in de Talmoed, die hun stem zodanig hebben laten horen en hun daden zodanig hebben laten spreken, dat zij vermelding hebben verworven en soms bewondering hebben geoogst van de mannen. Beruria is de bekendste. Zij was de vrouw van Rabbi Meïr (2e eeuw) en stond bekend om haar Torakennis; ze kwam eens met spot tegen de rabbijnse opvatting in, dat vrouwen lichtzinnig (daëto kalot) zijn en gemakkelijk te verleiden (daarom mag een man niet in één ruimte zijn met twee vrouwen (kiddushin 80b, wat in de ultraorthodoxie nog steeds zo is).
Over het algemeen ervoeren de talmoedrabbijnen de vrouw als stoorzender bij de Torastudie. Praat niet teveel met de vrouw zegt Pirkei Avot (1:5). Al was seksuele samenleving eens in de zoveel tijd wel een plicht voor de continuïteit van de generaties. Voor Beruria liep het niet goed af. Rabbi Meïr liet haar tegenspraak niet op zich zitten en stuurde een mooie leerling op zijn geleerde vrouw af. Het lukte hem na niet aflatende pogingen om met haar te slapen. Toen dat algemeen bekend werd pleegde ze zelfmoord en rabbi Meïr vluchtte de stad uit (Rasji ad Avoda Zara 18b).
Een andere vrouw die zich mengde in het talmoedisch debat was Ima Shalom, de vrouw van beroemde rabbi Eliezer, welke laatste overigens vond dat je je dochter geen Tora moest onderwijzen want dan leerde ze alleen wellustigheid. (Talmoed Sota 3). Misschien hangt haar naam samen met haar poging in verhitte discussies de vrede te bewaren. Dat lukte echter niet bij haar koppige en heethoofdige echtgenoot die niet tegen zijn verlies kon in een halachische discussie; ze kon niet verhinderen dat zijn vervloeking zijn rabbijnse tegenstander bereikte en diens dood veroorzaakte (Bava-Metzia 59a-b).
We noemen nog de tegendraadse Yalta (plm 300) die meermalen wordt genoemd. Zo zijn er een aantal vrouwen die als het ware binnen de grenzen van de mannengemeenschap een bescheiden contra-narratief vertellen tegen de mainstream in van het superioriteitsgevoel van de rabbinale klasse t.a.v. vrouwen.4
Gelijkwaardigheid
De Talmoed is een complex weefsel en het is niet moeilijk contrasterende geluiden te vinden. Het gemis van een vrouw maakt een man incompleet aldus Rabbi Tanchoem: ‘een man zonder vrouw is zonder vreugde, zonder zegen, zonder goedheid’ (Yevamot 62b). En even verderop: ‘Degene die van zijn vrouw houdt als van zichzelf en die haar meer respecteert dan zichzelf en die zijn zonen en dochters het juiste pad wijst en hen uithuwelijkt tegen de tijd dat ze volwassen zijn, op hem is het vers van toepassing: je zal weten dat jouw tent in vrede is’.
Inmiddels weten wij mede ingevolge een moderne interpretatie van Genesis 1:27:’En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen’ dat mannen en vrouwen psychisch en geestelijk gelijkwaardig zijn. Iedere dag krijg ik via myjewishlearning.com een stukje talmoed uitgelegd door talmoedgeschoolde docenten; een meerderheid van dat corps bestaat uit geleerde vrouwen die midden in het leven staan.
Noten
1. Verschillende andere commentaren op de parasja Naso zijn te vinden in mijn boek REIZEN DOOR DE TORA , deel 2 Leviticus, Numeri en Deuteronomium, en op mijn website
2. Mat. 19:3 : Ze vroegen: ‘Mag een man zijn vrouw om willekeurig welke reden verstoten?’ 4 Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’ 5 En hij vervolgde: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; 6 ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ 7 Toen vroegen ze hem: ‘Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven haar een scheidingsbrief te geven en haar zo te verstoten?’ 8 Hij antwoordde: ‘Omdat u harteloos en koppig bent, daarom heeft Mozes u toegestaan uw vrouw te verstoten. Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest. 9 Ik zeg u: wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, tenzij er sprake was van een ontucht.’
3. Deels ontleend aan Harry Smit: ‘Een sterke vrouw, portretten van vrouwen in de Talmoed’, van Warven, Kampen 2020
4. Tegenwoordig wordt in orthodoxe kringen nog steeds de regel van Hillel gevolgd. Echte echtscheidingsgronden worden niet genoemd, het kan van alles zijn. Hoewel iedere scheiding wordt betreurd, kan een man, alleen de man, een echtscheiding initiëren door een scheidingsbrief aan zijn vrouw te overhandigen. Wel is in de loop van de eeuwen de scheiding moeilijker gemaakt door in het huwelijkscontract aanzienlijke sommen gelds te reserveren voor de vrouw ingeval het tot scheiding komt. De vrouw kan een ‘get’ weigeren te ontvangen. Verder is de scheiding een ingewikkelde procedure geworden voor een rabbinale rechtbank. Alleen de man kan een echtscheiding beginnen. Dat zorgt voor een schrijnend probleem, als de man spoorloos is verdwenen of als hij in een ontwricht huwelijk een ‘get’ weigert aan de vrouw, die niet langer met hem wil leven, vooral als de man dit weigert uit wraakgevoelens.