Parasja Teroema

Parasja Teroema

commentaar BIJ Sjemot
- Teroema
3 Adar 5783

Heiligdommen

door 
Rob Cassuto

Shemot/Exodus 25 - 27:20

In deze parasja 1 krijgt Mosjee opdracht om aan het volk te zeggen, dat het gaven moet geven, allerlei kostbaarheden, ieder zoals zijn hart hem ingeeft. Van deze gaven zal een heiligdom gemaakt worden; verder wordt in deze parasja beschreven hoe de te vervaardigen heilige arke, ha-aron ha-kodesh, de rituele objecten en verder de tent der samenkomsten, de mieshkan, eruit moeten gaan zien. Dit alles volgens de modellen zoals aan Mosjee op de berg getoond.

Heeft De Ene een tabernakel of tempel nodig?

Het antwoord op de veelgestelde vraag of de God van Israël ,een heiligdom nodig heeft is: niet God heeft een heiligdom nodig maar de mensen, de bené Jisrael, hebben het nodig om middels een tabernakel, tempel en rituelen voortdurend herinnerd te worden aan Gods aanwezigheid. In vele toonaarden lichten oude en nieuwe wijzen dit toe.

Maimonides 2 omschrijft de tabernakel, de offers en de heilige attributen als concessie aan het volk, dat geestelijk (nog) onmachtig is de abstracte sprong te maken naar een zuiver besef van een enige God en het  geloof in de daaruit voortvloeiende voorschriften. Een omweg is nodig zoals de Ene ook letterlijk een omweg naar het beloofde land gebood te maken ten einde de nog ongeoefende massa mensen te sparen voor ontmoeting met te grote ontberingen en te machtige vijanden. (Exodus/Shemot 8:17)

Maimonides’ wat mystiekere evenknie Nachmanides was het overigens niet met hem eens. Diens rationele redenering noemt zij een degradatie van de Tora. 3

Umberto Cassuto 4 signaleert in zijn commentaar op Exodus, dat de passages van deze parasja niet voor niets vlak na de passages over de sluiting van het verbond op Sinaj komen. Door een zichtbaar en schoon vormgegeven heiligdom, dat midden in het kampement komt te staan, wordt het volk steeds herinnerd aan deze openbaring en aan Zijn voortdurende nabijheid. En de gedetailleerde beschrijving van de Heilige Woning benadrukt deze strekking nog eens in schrift. Dat is ook het hoofddoel van deze beschrijvingen, aldus Cassuto.

Martin Buber 5 ziet het vanuit de intentie van Mosjee: als geïnspireerd leider van zijn volk heeft hij hier een oplossing gevonden voor het verlangen van het volk naar een zichtbare aanwezigheid van een God, die in principe niet zichtbaar is en hij heeft daarvoor oude al bestaande elementen uit andere religies samengevoegd tot een nieuw symbool: de ark.

Rabbijn Jonathan Sacks 6 ziet de plaatsing van al deze voorschriften om een zichtbaar heiligdom te maken vóór de afdwaling rond het gouden stierkalf als een heel overwogen beschrijving van het medicijn voordat de ziekte van afgodendienst toeslaat.

Heiligdommen

De neiging om materiële offers te brengen om daarmee heiligdommen te bouwen is misschien wel ingeboren in de mens. Al die bouwsels behoren tot het erfgoed van de mensheid. Kerken, moskeeën, tempels in de sfeer van het hindoeïsme en boeddhisme, getuigen van devotie en besef van de heilige aspecten van het leven. Ook de synagogen, al zijn die in principe ontstaan als niet-religieuze huizen van samenkomst om samen te bidden en te leren (vandaar het woord ‘sjoel', school; ‘synagoge' betekent eigenlijk ook ‘samenkomst' in het Grieks, evenals het Hebreeuwse woord voor sjoel: beet knesset ). In het Jodendom werd de verering beperkt tot één God, tot oorspronkelijk één tempel (die strikt genomen volgens sommige leraren dus in laatste instantie overbodig zou zijn) op één plaats, Jeruzalem.

Deze drang om herinnerd te worden aan wat groter en ontzagwekkender is dan wij kleine mensen en daarvoor een teken te stellen in de vorm van bv. een gebouw kan seculiere vervorming krijgen, als die herinnering niet meer werkt en het goddelijke aspect is verbleekt of verdwenen uit grote delen van de samenleving. Dan proberen wij toch plaatsen van verering te scheppen, zoals musea, monumenten voor herdenking, iconische landschappen. En hoger dan synagogekoepels, kerktorens en minaretten rijzen de gouden kalveren, waarmee de mens zichzelf verheerlijkt, zijn macht en zijn geld, de hoofdkantoren van olieconcerns, communicatiegiganten, verzekeringskolossen en voedselwarenproducenten en niet in de laatste plaats de bankgebouwen, waar ieder besef van heiligheid en moraal is vertrokken en het naakte geld zijn perverse spel speelt.

Noten

1.  Meer over Teroema zie mijn boek Reizen door de Tora deel 1  2.  Gids der Verdoolden/Moré Nevoechiem XXXIII: 32

3.  
Aldus het commentaar op deze parasja van  Nechama Leibowitz in haar ‘Studies in Shemot'

4.Umberto Cassuto (1883–1951), A Commentary on the Book of Exodus, Jerusalem, 1997 (eerst verschenen in Hebreeuws in 1951), p. 319 ev

5.Martin Buber, Mozes , Servire, 1970; oorspr.: Moses, 1965; meer dan een biografie ook een beknopt commentaar op de Tora

6.  https://www.rabbisacks.org/covenant-conversation/terumah/the-labour-of-gratitude/

©2023 Stichting PaRDeS | Privacy | Disclaimer
envelopephoneclockmagnifiercrossmenuarrow-right