Sjemot 25 - 27:20
In deze parasja start de beschrijving van hoe de tabernakel met al zijn attributen eruit moet gaan zien 1. Mosjee krijgt de opdracht een ark te maken voor de twee tafelen met de Tien Woorden. De ark moet een gouden deksel krijgen met daarop twee cherubs (cheroeviem), die met hun vleugels de deksel bedekken (25:17-18). Daarover wat meer.
De cherubs
De twee cherubs zijn niet nader beschreven behalve dat zij vleugels moesten hebben, die wijd uitgespreid de ark overhuiven. Gevleugelde figuren met dierelementen van arend, os of leeuw bevattend kwamen als attribuut van de godheid in die tijd in het Midden-Oosten veel voor (zie b.v. ook Ezechiël/Jechezkel 10:14). De uitgespreide vleugels vormen de verwijzing naar de troon van de Eeuwige, die verder – in tegenstelling tot de godheden van de omringende volkeren – onzichtbaar is. De ruimte boven het deksel, tussen de cherubs, is de plek, waar de Eeuwige met Mosjee zal spreken. (25:22)
Een jongen en een meisje
Van oudsher beeldt de traditie de cherubs af als gevleugelde jeugdige mensen of kinderen, zoals in de schilderkunst, mollige gevleugelde peuters of jongelingen die het zwerk bevolken. Bachya (Rabbi Bachya ben Asjer, 1255 - 1340) is een middeleeuwse commentator die uitgebreid op deze cherubs ingaat. Hij ziet ze als een soort engelen. Hij signaleert dat er in de tekst staat: sjnajim (cheroeviem) en niet - wat je grammaticaal zou verwachten - het possessivum sjnee (cheroeviem) . Dat duidt erop, dat er sprake was van twee onderscheiden individuen, en wel een jongen en een meisje. Ze waren afgebeeld alsof ze op het punt stonden elkaar te omarmen. Het is een metafoor voor de liefde van de Eeuwige voor Israël, die zoals een man en vrouw voor hun liefde, geen middelaar nodig heeft, aldus de middeleeuwse geleerde met een duidelijke verwijzing naar het christendom. Rabbenoe Bachya vermeldt een gewoonte uit de tijd van de tempel. Als de Israëlieten voor de pelgrimsfeesten naar de tempel kwamen schoof men het parochet (voorhang) voor de ark weg om de cherubs te tonen in hun omarming en men zei dan tot hen, kijk hoe geliefd jullie zijn in de ogen van de Eeuwige, zoals de liefde is tussen man en vrouw. 2
Mannelijk en vrouwelijk
Het is verleidelijk met deze uitspraak in gedachten de twee cherubs in verband te brengen met de kosmische mannelijke en vrouwelijke energie. In de joodse mystiek komen we veel meer dan in de Tora een occupatie tegen met vrouwelijke en mannelijke elementen van de schepping. Zo kennen we in de zogenoemde levensboom (ets chajiem) van 10 energetische principes (de sefirot) de Sjechina (de immanente presentie van het goddelijke in de schepping, het vrouwelijk aspect, de sefira malchoet) en de sefira Tif’eret (het mannelijk aspect). Het doet denken aan Yin en Yang in het Taoïsme en Shiva en Shakti in de Hindoe mythologie. De seksuele gemeenschap van man en vrouw weerspiegelt de hogere eenheid waarin het mannelijke en het vrouwelijke aspect bij elkaar willen komen. De Oude Wijzen hadden ondanks hun patriarchale context wel gevoel voor de twee kanten van eros als ze wijzen op Genesis/Beresjiet 1:27. En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. Hetgeen volgens Rabbi Yirmija wil zeggen: Hij schiep hen androgyn; Adam, de oorspronkelijke mens, was zowel mannelijk als vrouwelijk. Rabbi Shmuel bar Nachmani zei: Hij schiep hen met een dubbel gezicht en scheidde ze daarna en maakte voor ieder een rug. 3 4 Oorspronkelijk was volgens die creatieve uitleg in de eerste mens het mannelijke en vrouwelijke verzoend en is hun scheiding in het tweede hoofdstuk van Genesis een van de kennelijk noodzakelijke drama’s in de schepping 5.
Uit één stuk
De twee cherubs en de deksel van de ark waarop ze zijn geplaatst zijn samen uit één stuk goud gegoten (25:17-18), de ene cherub is uit het ene einde gemaakt de ander uit het andere uiteinde. Als onderscheiden elementen komen de cherubs uit een eenheid, die ze met uitgestrekte armen naar elkaar toe weer tot stand willen brengen. Ze belichamen de mens waarin de mannelijke en vrouwelijke elementen in een ideale balans verenigd willen zijn. In de psyche van ieder mens manifesteert zich dat in een vaak diep weggestopt verlangen zowel het mannelijke als het vrouwelijke te erkennen, te omarmen en met elkaar in harmonie te brengen. Op sociaal vlak kan dat idealiter tot uiting komen in een wereld waarin zowel vrouwen en mannen naast en met elkaar gelijkwaardige inbreng en ontwikkelingskansen hebben.
Noten
1. Andere aspecten van deze parasja heb ik belicht in mijn boek REIZEN DOOR DE TORA, deel 2 en op mijn website www.robcassuto.com
2. Hij citeert Rav Katina in Babylonische Talmoed tractaat Joma 54a:11. Overigens stonden in Salomo’s tempel de cherubs niet op de deksel van de ark maar apart in het heilige der heilige. Ze waren gemaakt van olijfhout (I Koningen 6:23-28)
3. Beresjiet/Genesis Rabba 8:1
4. Vgl het bekende verhaal uit Plato’s Symposium over de in tweeën gekliefde hermafrodiet: Zo is dus sinds die scheiding bij de mensen het liefdesverlangen ingeplant, waardoor de oorspronkelijke staat van de mens weer wordt hersteld en tevens de wens ontstaat om uit twee één te maken en de oorspronkelijke natuur van de mens te helen.
5. Vgl ‘Mannelijk en vrouwelijk schiep hij hen
Daar leren we van
dat ieder beeld dat niet mannelijk en vrouwelijk omvat
geen verheven en waar beeld is’
Uit: Zohar 1: 55b zoals weergegeven in Daniel Matt, ‘Zohar, the book of enlightenment’, Paulist Press, 1981
Feb 2022