Beresjiet 44:18 - 47:27
Joseef is zeker na de emotionele pleitrede van Juda ervan overtuigd, dat zijn broeders werkelijk ten goede zijn veranderd. 1 Nu kan hij zich bekend maken als de broer, die zij ooit verkocht hebben aan de karavaan van de Midjanieten. De broeders zijn eerst verbijsterd en bang, maar de onderkoning Joseef stapt van zijn troon af en laat de geschrokken schare dichtbij hem komen. Hij bezweert hen niet bang of boos te zijn. Uit zijn woorden blijkt, dat hij de mannen hun schuld vergeeft – maak jezelf niet langer verwijten, zegt hij – en hij plaatst de hele keten van gebeurtenissen, die hebben geleid tot de hoge en machtige positie die hij nu heeft in een ander perspectief, dat van de Goddelijke voorzienigheid, Beresjiet Genesis 45: 7 (NBV): ‘God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie voortbestaan op aarde veilig te stellen; zo wilde hij veel levens redden'.
Een voorzienigheid die overtredingen nodig heeft?
Een Goddelijke voorzienigheid, die misdaden nodig heeft om zijn voorziene doelen te bereiken, is die wel te verdedigen? Het is opvallend hoe vaak de aanvankelijke menselijke verkeerdheden, dwalingen, vooruit: zeggen we ‘zonden', de geschiedenis juist essentieel vooruit hebben helpen duwen. Met het eten van de boom der kennis begint de geschiedenis van de mensen; de jaloersheid van zijn broers brengen Joseef - en uiteindelijk de Israëlieten – in Egypte; de zonde van Juda met Tamar brengt het nageslacht voort dat zal leiden tot koning David en diens zonde met Batsjeva en de moord op haar man brengen de grootste koning van Israël voort, Sjlomo ha-melech, koning Salomo. ‘Overtredingen werken heimelijk positief uit op het lot van het oude Israël; God, zo lijkt het, werkt aan beide zijden van de legaliteit om het fortuin van zijn uitverkoren volk te bevorderen'. 2
Is Voorzienigheid wel nodig als verklaringsmodel?
Die Goddelijke voorzienigheid is in de laatste eeuwen van verlichtingsdenken en moderniteit nogal in discussie gekomen, zo niet door de meeste moderne denkers als idee verlaten.
In de 18e eeuw deden de vaak nog christelijk georiënteerde filosofen een poging om het beeld van een God die een goede wereld heeft geschapen en een voortreffelijk plan heeft uitgestippeld te verenigen met enerzijds de onloochenbare feiten van de natuurrampen en het morele kwaad en anderzijds met de steeds verfijndere concrete wetenschappelijke feiten van een wereld die voor de verklaring van de verschijnselen geen God nodig heeft. In veel van hun redeneringen werd het kwaad gezien als een door God ingestelde onvermijdelijke omweg naar de uiteindelijke goede eindbestemming. 3
Later werd door moderne filosofen en wetenschappers dit soort pogingen geheel gestaakt en gingen vele (existentialistische) denkers de menselijke positie zien als eenzaam in de kosmos en opgezadeld met de uitdaging het beste ervan te maken. Hij moet zijn eigen levensontwerp maken, enige vooraf gegeven zin is in de schepping niet ingebouwd. Moedig en opstandig bepaalt hij zijn eigen lot. Sterk wordt de nadruk gelegd op de verantwoordelijkheid voor het eigen leven en de vrijheid om vorm te geven aan dat leven, dat in grote mate maakbaar is.
In die sfeer kan Joseef gezien worden als een schoolvoorbeeld van iemand die er het beste van heeft gemaakt. Hij heeft verantwoordelijkheid genomen voor zijn lot. Hij had een helder verstand, een prima intuïtie, een vermogen om te schouwen en dromen in hun essentie te begrijpen. Die gaven heeft hij uitstekend gebruikt. De misdaad die zijn broers aan hem gepleegd hadden heeft hem uitgedaagd zijn talenten tot het uiterste uit te buiten. De hele reeks gebeurtenissen rond Joseef kan prima geduid worden als bepaald door de acties van een man, die verantwoordelijkheid neemt, zelfvertrouwen heeft en vastbesloten is. Zò is hij opgeklommen uit het dal naar de top, misschien een beetje geholpen door gelukkig toeval. Waar is die superviserende Voorzienigheid nog voor nodig?
Twee lagen van bewustzijn
Het blijft een lastige kwestie. Hoe het ook zij, Joseef zelf had de ervaring, dat hij instrument was van een Goddelijke hand. Had hij dat verkeerd? Hoe kunnen we dat in ons hedendaags denken rijmen? Mijn indruk is, dat in het beste van het Joods gedachtegoed de paradox geduld kan worden, dat er als het ware twee bestaanswijzen naast elkaar kunnen bestaan, twee lagen van bewustzijn, waarin de wereld en het menselijk bestaan gepercipieerd en onderzocht kan worden. 4
De eerste laag is de laag van het contingente en concrete gebeuren in de wereld, waarin de mens tot op grote hoogte de vrije wil ervaart om binnen gegeven voorwaarden beslissingen te nemen en zijn leven en omgeving vorm te geven. Het is goed te doen om in deze laag te leven zonder idee van voorzienigheid; de wetenschap is de meest rationele uitbouw van deze bestaanswijze.
De met enige reflectie of religieus besef gezegende mens beseft dat de geschiedenis niet volgens rationele en logische paden verloopt en vermoedt een tweede hogere/diepere laag, die zich stelt boven (of onder) alle fenomenen en onderscheidingen zoals bijv. goed en slecht, een laag waarin je iets gewaar kan worden van richting, sturing, bestemming. Het is mogelijk om je open te stellen en te luisteren naar welke onverwachte weg vanuit een andere dan de vertrouwde dimensie wordt aangeboden. Plotseling kan je weten wat je te doen staat. De kwaliteit van Joseef was om in kritieke situaties op het juiste moment open te staan voor de tekenen, die de noodzakelijke weg aangaven. Dat culmineerde in het moment dat Joseef zijn broers weer voor zich zag; hij ging ondanks alles de ongemakkelijke weg van liefde en vergeving.
Noten
1. Meer commentaren op Wajigasj in mijn boek REIZEN DOOR DE TORA, deel 1.
2. Citaat uit David Biale's boek, Eros and the Jews, Basic Books, Harper Collins, 1992
3. Een overzicht in Susan Neiman, Evil in modern thought , Princeton University Press, 2002
4. Verwante opvatting kwam ik tegen in Andreas Burnier, Ruiter in de Wolken, uitgeverij Augustus, 1955, p. 275 ev