We-zot ha-beracha    

We-zot ha-beracha    

commentaar BIJ Dewarim
VOOR Simchat Tora
19 Tishri 5783

De dood van Mozes, de jaarcyclus en de historische voortgang

door 
Rob Cassuto

Devariem 33 en 34, gelezen op Simchat Tora

De parasja We-zot ha-beracha is de laatste parasja van de Tora. Op het komende feest van Simchat Tora wordt deze laatste parasja over de dood van Mozes gelezen en meteen daarna de eerste parasja van de Tora, Beresjiet.
De sjabbat die valt in de week van Soekot is een bijzondere sjabbat, sjabbat Chol Hamoed Soekot. Dan wordt in plaats van de te verwachten parsje van de week een paar stukken uit de parasja Ki Tisa gelezen, Exodus/Sjemot 33:12 - 34:26 met als Haftara de beroemde passage uit Jechezkel/Ezechiel over de vallei vol beenderen die weer levend lichaam worden. In sommige gemeenten wordt ook Kohelet/Prediker gelezen 2
Nu verder over de parasja.

de dood van Mozes

In hoofdstuk 33 spreekt Mozes zegeningen uit over de stammen Israëls. Elders heb ik daarover meer geschreven 3. De beschrijving van de laatste gang van de oude leidsman in het laatste hoofdstuk 34, weg van het volk, de berg Nevo op, raakt mij altijd weer als ik het lees. Waar hem dat in zit, ik weet het niet. Ik ben sowieso al gevoelig voor sterfscènes en dit is wel de meest klassieke. Martin Buber moet denken ‘aan een van de edele dieren, die zich van hun kudde verwijderen om alleen te kunnen sterven’. Dat zit er ook in, ja.

Het is ook de combinatie van kracht - de laatste wandeling alleen, ‘niet wazig was zijn blik en niet geweken zijn frisheid’ (34,7) - en de menselijke smart van het afscheid. De grootsheid van zo'n vol leven, dat een einde neemt. De eenzaamheid die hem zijn hele leven moet hebben omgeven die hier in zijn volheid en naaktheid onthuld lijkt. Het is ook de menselijkheid ondanks de heroïeke enscènering van de eenzame bergbeklimming. Mozes was geen mens zonder zonden, zoals Jezus, hij was toornig als de God van de Tora zelf, geduldig en ongeduldig, bescheiden en autoritair, een welsprekend man met een spraakgebrek, moedig met bange momenten, een profeet maar niet heilig.

Hij stierf al pi Hashem , wat vertaald wordt als ‘volgens het woord van de Eeuwige', ‘op bevel van de Eeuwige', ‘aan de mond van de Eeuwige', in de Talmoed bloemrijk geïnterpreteerd als ‘door de kus van de Eeuwige’ 5 .
Zijn graf werd geen heilige plek of bedevaartsoord, want niemand wist en weet waar hij begraven is 6 .

Jaarcyclus

Met de parasja We-zot ha-beracha  is de jaarlijkse lezing van de Tora rond. Maar dit is niet het einde. De cyclus gaat altijd maar door. Meteen begint er een nieuwe ronde met het lezen van de parasja Beresjiet, waarmee de Tora en het boek Beresjiet/Genesis aanvangt.  In de synagoge wordt dat gedaan op de feestdag van Simchat Tora , ‘Vreugde der Wet'. Twee personen uit de gemeente worden uitgekozen om deze twee lezingen te doen. Dat is een speciale koved, eer. De zogenoemde chatan Tora (‘bruidegom van de Tora') leest het laatste stuk uit Devariem en de kalla Tora (‘bruid van de Tora') leest het begin van Beresjiet/Genesis. Op het feest, dat met simcha (blijdschap) wordt gevierd, haalt men de Torarollen uit de aron hakodesj (heilige ark) en danst ermee rond.

Die altijd maar doorgaande cyclus geldt ook voor de uitleg en commentaren op de vijf boeken van de Tora en haar parasjot. Het volgend Joodse jaar zullen rabbijnen, voorgangers, geleerden, leergroepen en studenten weer nieuwe interpretaties en commentaren geven, zoals dat in vorige eeuwen is gebeurd en zoals dat in volgende eeuwen ook zal mogen plaats vinden, jaar in jaar uit. In ieder epoche zal in die beschouwingen en uitleggingen weer de geest des tijds en de context van andere omstandigheden doorklinken en zullen nieuwe aspecten oplichten.

Historische voortgang

In de geschiedenis gaat het verhaal van de Israëlieten ‘longitudinaal' door: het volk staat aan de rivier Jordaan en onder Jozua (Jehosjoea) zullen zij de rivier oversteken. De oversteek over de rivier betekent het verlaten van de mythische grond van de Tora naar het gebied van de concrete geschiedenis. In het boek Jozua begint het geschiedenisboek, het relaas over de omgang van het volk met zijn bijzondere lot, met zijn Tora en met zijn vrienden en vijanden van het politieke moment. Het is een verhaal van dieptepunten en hoogtepunten, van voorspoed en ellende, van hoogtij en laagtij, van opkomst, bloei en verzinken, maar nooit van volkomen teloorgang.
Het volk dat aan de rivier staat, vóór de oversteek naar onbekend gebied en de overgang naar een ongewisse toekomst heeft een prototypische sfeer, die terug te vinden is in alle gemeenschappen die voor een belangrijke lotswisseling staan, voor kardinale beslissingen, die toekomstbepalend zijn.

‘Weest sterk en moedig'

‘Weest sterk en moedig' – chazak ve-emats – voegt de Eeuwige de nieuwe leider tot driemaal toe 7 . Daarmee herhaalt Hij de aanmoediging die eerder Mozes aan zijn volk en aan zijn opvolger heeft gegeven 8 . Een aanmoediging die zich spiegelt aan gelijke woorden, die veel later koning David op zijn oude dag sprak tot zijn zoon Sjlomo (Salomo): ‘Wees sterk en moedig; vrees niet en wees niet verschrikt' 9.  In hoeveel tijden en hoe vaak zullen deze en dergelijke woorden niet innerlijk zijn herhaald of naar anderen zijn uitgesproken?

Het is een aanmoediging, die we eigenlijk allemaal ter harte kunnen nemen, wanneer we in het leven grote stappen moeten nemen of voor de overgang staan naar een nieuwe levensfase: ‘wees sterk en moedig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de Eeuwige, je God, staat je bij' 10 . Of voor hen die het godswoord liever vermijden: 'wees sterk en moedig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, een grotere kracht dan jij draagt je en staat je bij'. Als je je ervoor openstelt, zou ik eraan willen toevoegen.

noten

1. Vele andere aspecten van deze parasja heb ik belicht in mijn boek REIZEN DOOR DE TORA , deel 2 en op mijn website www.robcassuto.com

2. Vreemd is het dan eigenlijk, dat juist het boek Prediker/Kohelet wordt gelezen, waarin de schrijver – naar men zegt de oude Sjlomo Hamelech (koning Salomo) – zijn vaak zwaarmoedige visie op het leven geeft. Al naar gelang de eigen geaardheid van de lezer kan men hem een cynicus, een pessimist, een melancholicus, een depressieveling, een relativist of een realist noemen, maar een blije optimist die toch beter bij Soekot zou lijken te passen, is hij toch niet. Lees daarover verder op mijn website .

3. Over de zegeningen:  http://www.robcassuto.com/parasjot2.html#zo

4. Martin Buber, Moses, 1965; Mozes, Servire, p. 213

5. Talmoed Moëd Katan 28a

6.  Meer over de dood van Mozes en de midrasjiem daaromheen op http://www.robcassuto.com/parasjot2.html#z

7.  Jozua 1:6 en 8 en 9

8.  Devariem/Deuteronomium 31:7 en 31:23.

9  1 Divree Hajamiem/Kronieken 22:13 en 28:20

10.  Jozua 1: 9, vrij naar NBV

Herzien oktober 2022

©2023 Stichting PaRDeS | Privacy | Disclaimer
envelopephoneclockmagnifiercrossmenuarrow-right