Een wereld van onderlinge verbondenheid

Een wereld van onderlinge verbondenheid

door Nicolien Montessori en George Lengkeek op 1 juni 2021

Human ecology, Shallow ecology & Deep ecology

Ha Nicolien,

Het leek mij een goed idee om de eerste aanzet voor onze bijdrage aan het Leerhuis Online op de website van PaRDeS ... de vorm te geven van een brief aan jou. Hoe we het later precies vormgeven, dat zien we dan wel weer.

Ik begin maar even bij de vragen die Bas ons meegaf:

Als we het coronavirus opvatten als een wake up call, een oproep tot een andere manier van leven en samenleven op onze aarde, waar denk je dan aan?

Wat zou er dan volgens jou /jullie moeten of kunnen veranderen in onze wijze van leven, werken en denken?

Welk aspect van dit brede thema zouden jullie willen uitwerken? Hoe zou je daarover willen communiceren en welke bron / bronnen inspireren jou/ jullie daarbij?

Die drie vragen zullen wij beiden verschillend beantwoorden. We moeten maar zien of en hoe die verschillen tot een geheel geïntegreerd kunnen worden. Bovendien moeten we een deelthema kiezen dat in een betrekkelijk kort bestek uitgewerkt kan worden. Na overweging van allerlei mogelijkheden ben ik tenslotte uitgekomen bij het onderstaande, dat ik uiteraard voor beter geef.

Ik begin bij het laatste deel van de derde vraag van Bas. Een tekst, die mij vanaf het begin van mijn studententijd sterk inspireerde was de 'Verdeutschung der Schrift' van Martin Buber en Franz Rosenzweig. Ik was daarin ingeleid door een hervormde dominee (Ds F. de Graaf), en heb die rond mijn 18e of 19e jaar aangeschaft. Een voorbeeld van de fragmenten die mij inspireerden en bemoedigden waren hun vertalingen van het gebod tot 'naastenliefde' uit 'Er rief' (Leviticus).

De eerste variant daarvan vertaalden zij als:

Heimzahle nicht und grolle nicht den Söhnen deines Volkes.

Halte lieb deinen Genossen,

dir gleich.

Ich bins.

(Er rief 19,18)

Een vraag die mij nu uitdaagt om te overwegen is: wat betekenen "Halte lieb" en "dir gleich" in dit verband, en hoe hangen de betekenissen van die twee met elkaar samen?

Uit de context, die aan dit citaat voorafgaat, worden belangrijke elementen wel duidelijk. "Halte lieb" betekent concreet dat je een aantal bejegeningen van je volksgenoten 'uit je hoofd laat' zoals het belasteren van een dove, het leggen van een struikelblok voor een blinde, het vasthouden van het loon van een dagloner tot de volgende dag, et cetera. Wat je bijvoorbeeld wél doet is, bij het binnenhalen van de oogst de rand van je veld niet afmaaien, zodat er iets overblijft voor armen en vreemdelingen.

Vanuit die context begrijp ik "Halte lieb" als: rekening houden met de kwetsbaarheden van anderen, zorg dragen voor ..., rechtvaardigheid betrachten. Als climax staat er vlak vóór het geciteerde fragment: steh nicht still bei dem Blut deines Genossen. Ofwel: kom in actie wanneer het bloed van volksgenoten wordt vergoten. Dit resoneert bij mij met de omkering van het gebod "Gij zult niet doden" door Levinas. Die keert dit om tot "Gij zult mij doen leven" (Levinas, 1986). "Halte lieb" betekent dan: wees je ervan bewust dat wij in een gemeenschap elkaar allemaal nodig hebben om samen vorm te geven aan een menswaardig leven.

En wat betekent dan "dir gleich" in dit verband? In eerste instantie haal ik uit de context: 'gelijkheid' als rechtsbeginsel. Macht nicht Verfälschung im Gericht. Emporhebe nicht das Antlitz eines Geringen, verherrliche nicht das Antlitz eines Groβen, nach Wahr­heit richte deinen Volksgesellen. Naar mijn interpretatie kan de 'gelijkheid' die hier bedoeld is vertaald worden als 'gelijkwaardigheid'. 'Voor de wet' -maar ook daarbuiten- is een arme of 'laaggeplaatste' niet beter dan de rest omdát hij/zij arm of laaggeplaatst is, net zomin als een rijke of 'hooggeplaatste' beter is dan de rest omdát hij/zij rijk of hooggeplaatst is. Uniciteit en pluriformiteit zijn inbegrepen in deze 'gelijkwaardigheid'. Gelijk­waardig zijn wij binnen een samenleving omdat wij wederzijds afhankelijk zijn van elkaar om op onze uniek-diverse wijzen vorm aan onze levens te geven, en onze uniek-diverse bijdragen aan het geheel van samenleving en cultuur te geven.

Het mooie is dat de mens- en maatschappijvisie, die met dit 'liefdesgebod' samenhangt, al een klein stukje verder in de tekst in een ruimere horizon wordt gezet.

Wenn ein Gastsasse bei dir in eurem Lande gastet,

plackt ihn nicht,

wie ein Sproβ von euch sei der Gastsasse, der bei euch gastet.

halte lieb ihn, dir gleich,

den Gastsassen wart ihr im Land Ägypten.

(Er rief 19, 33-34)

Ook in dit fragment worden 'halte lieb' en 'dir gleich' nauw met elkaar verbonden. Ook hier wordt dit tweespan in de direct hierop volgende context in verband gebracht met 'gelijkheid' als rechtsbeginsel. En, ook hier is er de diepere laag van gelijkwaardigheid. Acht jezelf niet 'beter' dan een vreemdeling, want uit de geschiedenis van ons volk kunnen wij leren dat het lot van vreemdelingschap ook ons deel geweest is, en dat er niet meer dan 'een kleine speling van het lot' nodig is om ook mensen zoals wij opnieuw in die situatie te brengen. In de vreemdeling kunnen en moeten wij, al is zij/hij ook zeer verschillend van onszelf, ook onszelf herkennen.

Het lijkt mij daarom -om nu een grote sprong te maken- dat deze tekst in die oude tijd al een uitzicht opent op een menswaardige visie op de 'wereldsamenleving'. 'Halte lieb' impliceert in de kiem het latere internationale rechtsbeginsel, dat alle mensen, alleen al omdat zij mensen zijn, er recht op hebben om gelijk behandeld te worden, en recht hebben op de basisvoorzieningen die nodig zijn om een menswaardig leven te leiden ('mensenrechten'). Ook op de schaal van de wereldsamenleving is naar mijn interpretatie de waarde van culturele (en levensbeschouwelijke) pluriformiteit en diversiteit in dit principe inbegrepen. Ook op die schaal zijn culturen en samenlevingen gelijkwaardig, in de zin dat zij binnen de 'human ecology' wederzijds afhankelijk zijn van elkaar, om op uniek-diverse wijze vorm aan samenleven te kunnen geven, en om zodoende uniek-diverse bijdragen aan het geheel van de wereldsamenleving te kunnen geven.

Nu hebben wij in deze corona-tijd onze handen al meer dan vol aan deze twee niveaus van toepassingen van dit 'liefdesgebod'. Toch kunnen en moeten we van de corona-crisis als 'wake-up call' (in samenhang met andere crises) naar mijn interpretatie ook leren dat wij de horizon van dit liefdesgebod nog verder moeten verruimen.

De 'wereldoorlog' met een virus, waarin wij nu beland zijn, maakt duidelijk -zoals ook wereldoorlogen met andere mensen ons iets duidelijk gemaakt hebben- dat wij niet alleen met ontelbare draden van wederzijdse afhankelijkheid in een 'human ecology' verweven zijn, maar ook verweven zijn in een veel grotere 'ecology' met de ontelbare andere levensvormen met wie wij de kwetsbare 'biosfeer' van onze aarde bewonen. Willen al die levensvormen, inclusief wijzelf, op de bij iedere levensvorm passende 'waardige wijze' binnen dit geheel kunnen leven, dan zijn ook al die levensvormen op elkaar aangewezen. 'Halte lieb' kan en moet dan voor ons mensen betekenen, dat wij ook in dít verband 'verstaan' wat het gebod 'Gij zult ons doen leven' (van dieren, bomen, planten, tot en met eencelligen en virussen) voor ons mensen betekent. 'Dir gleich' kan en moet dan voor ons wellicht betekenen dat wij -door alle verschillen heen- ons realiseren (en goed biologisch onderzoek kan hier veel aan bijdragen) dat al die levensvormen met ons verwant zijn, en dat zij, net als wij, aan hun leven hechten, en iets van dat leven maken, met alles wat daarop en daaraan zit. Al die levensvormen maken daarbij gebruik van 'levenslessen' die zij in een ontwikkeling van miljarden jaren hebben opgedaan. Ook dit 'dir gleich' is wezenlijk verbonden met de waarde van uniciteit, pluriformiteit, diversiteit. En, ook in dit principiële opzicht zijn wij mensen 'niet beter of slechter dan de rest'.

Tenslotte sta ik nog even stil bij de tweede vraag van Bas, over wat er zou moeten of kunnen veranderen in onze wijze van leven, werken en denken. Dan lijkt het mij dat het antwoord opnieuw samengevat kan worden in het begrip 'gelijkwaardigheid'. Zoals we nog steeds met moeite moeten leren om medemensen te benaderen als 'fellow humans' zo zullen wij ook moeten leren om de medebewoners van onze aarde te benaderen als gelijkwaardige 'fellow creatures'.

Bronnen

Buber, M., & Rosenzweig, F. (1956). Die fünf Bücher der Weisung, verdeutscht von Martin Buber gemeinsam mit Franz Rosenzweig (Vol. 1). Köln & Olten: Jakob Hegner.

Levinas, E. (1986). Jij die mij aanziet. In F. Guwy (Ed.), Tekst van TV-interview (pp. 1-21): Ikon.

Dag George,

Ik haak graag in op jouw schrijven en denk na over de vraag hoe wij op een betere manier als mensen onze plaats kunnen innemen in de wereld die jij schetst van onderlinge verbondenheid, gelijkheid en dat ons leven impliciet de opdracht heeft om ons te laten leiden door het bestaan van andere mensen, dieren, en tot op de microbiologie en de macrostructuren van het universum toe. Al sinds begin deze eeuw heb ik me aangetrokken gevoeld door het werk van David Harvey: Justice, Nature and the Geography of Difference. Het is in veel opzichten een mooi boek. Maar hij gaat daar ook in op de keuzes waar de mensheid (en ieder mens) voor staat in de tijd van het antropoceen. Hij geeft aan dat, voor het eerst, de mens invloed uitoefent op de evolutie. Dat stelt ons voor de keuze hoe we deze nieuwe macht willen gebruiken: om het leven op aarde te vernietigen, of juist een zwaardere verantwoordelijkheid te willen nemen in het voortzetten van het leven en daartoe een verantwoordelijkheid te nemen ten aanzien van andere ‘species’, en ook voor de taak om het aardse leven door te geven aan volgende generaties. Nadenkend over hoe om te gaan met complexe vraagstukken zoals de klimaatcrisis, stelt hij dat het euvel van vele aanpakken ‘binnen de kakofonie van oplossingen’ is, dat veel daarvan eendimensionaal zijn, bijv. uitsluitend nadruk op beperking van CO2 of uitsluitend nadruk op biologische landbouw etc. Harvey stelt vast dat hij de meest veelbelovende aanpak de metafoor van de ‘web of life’ vindt, zoals onder meer uitgedacht door Fritjof Capra. Deze houdt in dat het leven vorm heeft gekregen en zich heeft ontwikkeld als een groot levend web, dat zichzelf onderhoudt en ontwikkelt door onderling verbonden, communicerende en zich ontwikkelende (autopoiesis) systemen. Een aanpak van de klimaatcrisis zal dus ook systemisch moeten zijn. Harvey stelt daarvoor vast dat we uit onze zuilen moeten komen en samenwerken vanuit verschillende expertises in een nieuwe talige eenheid waarin juridische, ecologische, civiele en vele andere stemmen bij elkaar komen. Capra heeft een en ander verder uitgewerkt in 2014 in zijn boek met Luisi: The Systems View of Life. Hij geeft hier ook een cursus over die ik afgelopen jaar heb gevolgd: Capra course. Hij heeft zelf ook een blog geschreven over de pandemie. In een recent boek dat jij en ik samen geredigeerd hebben, heb ik een hoofdstuk geschreven waarin ik onder andere een aantal keuzes en dilemma’s heb geschetst waar wij voor staan en waarin ik een onderscheid  heb gemaakt tussen oplossingen die in de richting gaan van een ‘shallow ecology’ of een ‘deep ecology’. Deze begrippen zijn ontleend aan Naess. Het eerste begrip bouwt voort op het newtoniaanse gedachtengoed van het ‘universum als machine’ en suggereert vooral technische en technocratische oplossingen. Een voorbeeld daarvan gaf ik aan de hand van een visie op Barcelona als smart city door een conservatieve burgemeester. Hij beoogde een integratie van de stad Barcelona binnen een Europees netwerk van andere Smart cities zoals Bologna en andere Europese steden. Dit vereist snelle internetverbindingen, waar burgers mee gediend zouden zijn. Deep ecology, daarentegen, omvat de levensvisie van het ‘web of life’ dat ook zelf intelligentie in zich draagt en zichzelf ontwikkelt. Als voorbeeld hiervan gaf ik een voorbeeld van een progressieve -vrouwelijke- burgemeester van Barcelona, die de smart city vorm gaf vanuit de burgers van Barcelona. Zij maken de stad tot wat het is en wat het wil zijn door hun dagelijkse activiteiten en ontmoetingen. Zij lossen problemen op en faciliteren mogelijkheden – in samenwerking met de overheid – om vorm te geven aan de stad waarin zij wonen. Nadat ik dit hoofdstuk had geschreven, heb ik me afgelopen jaar verder verdiept in deep ecology, door, onder andere de cursus van Fritjof Capra online te volgen. Als ik vanuit die hoek nadenk over de vragen waartoe wij zijn uitgenodigd, geef ik graag de volgende gedachten mee.

Als we het coronavirus opvatten als een wake up call, een oproep tot een andere manier van leven en samenleven op onze aarde, waar denk je dan aan?

Wat zou er dan volgens jou /jullie moeten of kunnen veranderen in onze wijze van leven, werken en denken?

Welk aspect van dit brede thema zouden jullie willen uitwerken? Hoe zou je daarover willen communiceren en welke bron/ bronnen inspireren jou/jullie daarbij?

M.b.t. het coronavirus is een sluitende analyse naar de oorsprong nog nodig. Was het een uit een vleermuis ontsnapt virus op een markt in China of was het een gemanipuleerd virus ontsnapt uit een laboratorium? Dat is nog niet volstrekt duidelijk. Daarom wil ik het coronavirus plaatsen in het bredere thema ‘klimaatverandering’ en ‘globalisering’ en het laatste beschouwen in de betekenis van ongebreideld reizen, transporteren, wereldwijd produceren en het principe van de vrije markt.

Klimaatverandering vertelt ons dat we de grenzen van dit ongebreideld reizen, transporteren, produceren, mijnbouw hebben bereikt. Zo vernam ik onlangs uit de mooie serie ‘a perfect planet’ dat wij momenteel meer CO2 uitstoten dan in een eerder tijdperk alle vulkaanuitbarstingen bij elkaar. Dat was een tijd waarin de temperatuur op aarde met maar liefst 10 graden C steeg en er ook aanzienlijke sterfte was van veel plant- en diersoorten.

Echter, de huidige uitstoot van CO2 is nog groter en het uitsterven van dier- en plantsoorten is aanzienlijk groter. Mede ook door de toenemende onvoorspelbaarheid van het weer, komen zowel grote als kleine dieren in gevaar. Door de snelle smelting van de poolkap komen zelfs de oceaanstromingen in gevaar. Het is dus evident dat de uitstoot van CO2 radicaal omlaag moet. De recente rechtszaak tegen Shell en eerder van Urgenda tegen de Nederlandse staat om zich beter te houden aan de afspraken gemaakt in Parijs (2015) zijn een teken dat het ernst wordt. Maar dan zitten we nog wel met wat Harvey noemt: de eenduidige oplossingen. De deep ecology laat zien (o.a. op grond van het werk van Lynn Margulis en later Maturana en Varela) dat het ecosysteem een levend systeem is, een inherent intelligent systeem dat zichzelf aanpast aan schokken uit de omgeving (overigens ook aan klimaatverandering, maar dit gaat zo snel, dat soorten zich niet snel genoeg kunnen aanpassen) en dat het een systeem is dat bestaat uit stromingen, patronen en feedback loops. De mens maakt deel uit van dit systeem, als de biologische wezens – met een hoge vorm van bewustzijn – die wij zijn. Dan kom je weer op de vraag van Harvey, hoe gaan we deze vorm van bewustzijn inzetten: verantwoordelijkheid om het systeem in stand te houden of haar verder verwoesten? Zo bezien, zou Covid – en klimaatverandering - ons direct moeten uitnodigen tot bewustwording. Meer community life zou mooi zijn, ten eerste omdat je in de gemeenschap vorm kan geven aan micro-vormen van landschapsontwikkeling, productie van locale producten en daardoor de wereldhandel van voedselproducten aanzienlijk kunt reduceren. Een bewustzijn dat het niet alleen gaat om winst, maar om het samen scheppen van een duurzaam, voldoening gevend leven. Laten we ‘ecoliteracy’ opnemen als een begrip in het onderwijs, als 21st C skill. Een betekenisvolle gemeenschap geeft voldoening en minder aanleiding tot ‘zinloos consumeren’ (inclusief vliegen). Bronnen hierbij zijn vele, maar het samen lezen van teksten is daarbij een heel krachtige. Laten we dus ook zeker het leesplezier terugbrengen in het onderwijs en de kunsten doen gedijen. Het zijn menselijke eigenschappen, vaak gereduceerd tot ondergeschoven kind in de laatste decennia omdat ze niet leiden tot rendement. Maar ze dragen wel degelijk bij tot het zinvol maken van het leven, het bevragen van levensstijlen, nieuwe stippen op de horizon stellen. Laten we de menselijke maat herzien in samenspraak met andere soorten, en vormen vinden om ons te schikken in het ecosysteem, te doen en te laten wat nodig is om tot herstel van het door de mens verstoorde systeem te komen. Zo maken we een omschakeling van het newtoniaanse paradigma naar een diep inzicht van de aarde als een levend systeem in een levend ecosysteem en laten we leren hoe we ons daarbinnen begeven en gaan meebewegen in goede harmonie met andere soorten. Laten we ons ook doordringen van de verantwoordelijkheid om het leven op aarde toegankelijk te laten blijven voor toekomstige generaties – ook hun stem en hun belang zullen we moeten laten meespelen.

Bronnen:

Capra, F. & Luisi, P.L. (2014). The Systems View of Life. Cambridge: Cambridge University Press.

Harvey, D. (1996). Justice, Nature and the Geography of Difference. Oxford: Blackwell.

Montesano Montessori, N. (2020). Critical Language Awareness: Opening Spaces for Educational Praxis in Turbulent Times of Transition and Crisis. In: Montesano Montessori, N. & Lengkeek, G. (Eds.) (2020). Opening up Spaces for meaningful Engagement in educational Praxis. (pp. 129-150) Utrecht: Eburon

©2023 Stichting PaRDeS | Privacy | Disclaimer
envelopephoneclockmagnifiercrossmenuarrow-right