Het verhaal van de dertig vogels (Si Murgh)
over het verlangen naar zin en de ervaring van hoop en verbondenheid
Nog niet zo lang geleden werd Hans Alma bijzonder hoogleraar Religieus humanisme en Compassie aan de VU. Zij ziet haar leeropdracht in de context van de grote wereldwijde opgaven van deze tijd, vooral in het kader van de ecologische crisis.
Bij ‘religieus humanisme’ denkt Alma aan het zoeken naar nieuwe manieren om met elkaar en met de rest van de wereld om te gaan. Zij is vooral gefocust op het scheppen van nieuwe vormen van partnerschap en verbondenheid. Sociaal met andere mensen en groepen; cultureel met nieuwe vormen van expressie die groepen en culturen verbinden. En ecologisch, hoe wij op een veel zorgvuldiger en aandachtiger wijze met ons leefmilieu om kunnen gaan.
Aan die vragen besteedt zij veel aandacht in haar laatste boek Het verlangen naar zin. De zoektocht naar resonantie in de wereld. In dat boek is zij gefascineerd geraakt door het aloude soefiverhaal van de dertig vogels, de Si Murgh.
Zij hoorde het in een voorstelling van de Belgisch-Iraanse actrice en theatermaakster Sachli Gholamalizad, die het gehoord en geleerd had van haar moeder. Dat verhaal leerden wij bij ons in de Tuindorpkerk kennen uit de mond van de Nederlands-Iraanse kunstenaar Nosrat Mansouri Gilani. Twee jaar geleden – februari 2018- was daar een tentoonstelling van hem, met bijzondere kunstige installaties waarop veel kleurige vogels voorkwamen.
In een vesper die we organiseerden rond zijn werk vertelde hij het verhaal van de Si Murgh, gebaseerd op het gedicht De samenspraak van de vogels van de Perzische dichter Farid al-Din Attar (1119-1233). Dit verhaal heeft veel kunstenaars, denkers en religieuze mensen geïnspireerd, zowel in de islamitische, de joodse, de christelijke als de humanistische traditie. Waarom? Omdat dit verhaal gaat over het verlangen naar en de ervaring van hoop, bezieling en verbondenheid.
Het verhaal gaat als volgt: Alle vogels komen bij elkaar om op zoek te gaan naar een leider, een koning. Dat zoeken levert aanvankelijk niets op. Het is de hop die de andere vogels aan het verstand brengt, dat zij wel degelijk een leider hebben, die hen zeer nabij is, ook al zijn zij ver weg van hem. Het gaat om de Si Murgh, die van zijn bestaan laat weten door af en toe een veer te laten neerdwarrelen. De vogels zijn opgewonden en willen hun vorst gaan bezoeken. De hop maakt hen duidelijk dat de weg lang en gevaarlijk is, en er haken steeds meer vogels af. De eend wil niet uit het water komen, de valk wil bij zijn menselijke meester blijven, de kwikstaart voelt zich te zwak en de pauw wil zijn verlangen naar een aards paradijs niet opgeven.
De hop vindt uiteindelijk toch een grote groep vogels bereid de tocht te ondernemen. Hun reis voert door zeven valleien met allemaal verleidingen, uitdagingen en risico’s. Achtereenvolgens de vallei van het zoeken, van de liefde, van het mystieke inzicht, van de onthechting, van de eenwording, van de verbijstering en van de ontbering & en de algehele vernietiging.
Sommige vogels keren terug of raken verdwaald, andere vogels sterven. De hop moet de resterende vogels steeds blijven overtuigen en aanmoedigen. Hongerig, kaal en verzwakt komen uiteindelijk dertig vogels aan bij de berg waar de Si Murgh zijn paleis heeft. Ze worden binnengelaten maar treffen niemand aan. Ze vliegen verdwaasd door zalen en galerijen. Zij vinden uiteindelijk een binnentuin met een groot meer. Er is nog steeds niemand te zien. Als ze over het water vliegen en de waterspiegel hen weerspiegelt, doemt uit die gestalte van dertig vogels één gestalte op, de Si Murgh. Uit de eenheid die zij vormen, licht deze gestalte op. Zij zijn de Si Murgh, niet in hun afzonderlijke weerkaatsing, maar in het grote geheel waarvan zij deel uitmaken.
Dit verhaal, doorverteld van generatie op generatie, behoort tot de Soefi poëzie, voortkomend uit de mystieke stroming in de spirituele traditie van de islam. Een traditie waartoe naast Attar ook grote Perzische dichters als Rumi, Omar Khayam en Hafiz behoren.
Dit sterke bronverhaal bevat wijsheid en inzichten die ook in de joodse, de christelijke, boeddhistische, hindoeïstische en humanistische tradities te onderkennen zijn. Het verhaal van de Si Murgh vertolkt het verlangen naar en de ervaring van iets wat groter is dan de vogels afzonderlijk, terwijl datzelfde geheel buiten hen niet zou kunnen bestaan. Uit deze bijzondere ervaring van de vogels, samen meer te zijn dan alle dertig afzonderlijk, kan iets nieuws ontstaan. Iets wat de tocht zin- en waardevol maakt.
Wij moderne mensen, kennen deze ervaring ook af en toe in ons hectische bestaan, betrokken als we zijn in netwerken en verbanden. In het grotere geheel dat jij af en toe in je school, je organisatie, je leefgroep of je vriendengroep ervaart en mede vormgeeft, kan een resonantie ontstaan, een trilling, een weerklank, die maakt dat je je meer aangesproken en betrokken voelt bij het geheel.
Hans Alma stelt dat je die weerklank, die dragende zin van wat mensen in een levend netwerk samen doen en zijn, ‘goddelijk’ kunt noemen. Onder voorwaarde, weliswaar, dat je dat grotere geheel waar je van uitmaakt als ‘ander’ kunt ervaren, als een geestkracht die jouw doen en laten heilzaam onderbreekt.
Die weerklank is een ander met een eigen stem, die jou kan aanspreken en je uitnodigen in beweging te komen. God verschijnt dan als een ander die in dialoog wil gaan met jou, net zo als jij met jezelf een dialoog kunt voeren over wezenlijke vragen of de dialoog aangaat met anderen in je leefomgeving of op je werk.
Religieuze verhalen en rituelen uit verschillende tradities kunnen helpen fundamentele menselijke ervaringen van vreugde en verdriet, lijden en bevrijding in een ruimer perspectief te leren ervaren en verstaan. Daarmee kunnen moderne mensen hun eigen voorstellingen van wat een goed leven is toetsen aan levenswijsheid van vorige generaties.
Volgens religiewetenschapster Elaine Pagels kan een aandachtige en volhardende omgang met kunst, religieuze bronverhalen, poëzie, muziek, drama en dans een blijvende resonantie in onze eigen ziel en in die van de gemeenschap – beschouwd als een levend netwerk- teweegbrengen. In haar bezinning op wat ‘geloven’ zou kunnen zijn, zegt Hans Alma: Geloven maakt de fragmentarische feiten van deze wereld tot iets waar je belang aan kunt hechten en waar je je keuzes op durft te baseren. ‘Geloven betekent ons leven in een zinvol verband plaatsen, alsof we deel hebben aan een groter geheel.’
Zij komt in het boek verschillende malen terug op het verhaal van de Si Murgh. Voor haar is dit verhaal een vrucht van ervaringskennis; het heeft een gevoelswaarde die haar vertrouwen in een zinvol bestaan versterkt. Alma ervaart in haar dagelijks handelen dat ze soms de aansluiting mist en in situaties verzeild raakt waarin onbegrip de overhand lijkt te hebben. Daarnaast ervaart zij ook diepe verbondenheid soms in ontmoetingen waarin mensen zich samen bezinnen op levensvragen. Die ervaringen zijn zowel in vriendschapsrelaties als werkrelaties herkenbaar. Deze diepe verbondenheid is geheimzinnig, maar heeft als effect dat die haar boven zichzelf uittilt en bewerkstelligt dat zij wat zij doet als zinvol en waardevol beleven kan.
Is het toeval dat de naam van de spirituele gids in het verhaal van de Si Murgh zowel in het Nederlands (hop) als in het Engels (hoopoe) zo weinig verschilt van het woord hoop (hope)? De hop houdt de hoop van de vogels op een ontmoeting met de Si Morgh levend. Die hoop is realistisch wat de gevaren betreft van de zoektocht en de zwakheden van de vogels. Hij ziet echter ook wat in de gegeven omstandigheden mogelijk is: hoop geeft hen allemaal de moed daadwerkelijk op reis te gaan.
Het laatste boek van de theoloog Niek Schuman gaat over hoop, en hij noemt die met de woorden van de dichteres Emily Dickinson ‘Dat ding met veertjes dat neerstrijkt in de ziel.’
Aanleiding voor zijn boek was de vraag: ‘Komt het goed met deze wereld? Zijn antwoord was: ‘Natuurlijk niet-hopelijk wel’. Hoop is volgens hem de drijvende kracht achter vernieuwend en moedig handelen met een ongewisse uitkomst. Schuman brengt hoop in verbinding met uithoudingsvermogen en vindingrijkheid, om over horizon en de grenzen van het heden het uitzicht te behouden. Hij ziet een direct verband met de kracht van verbeelding, die geen meetbare realiteit produceert maar wel toekomst kan openen.
De verbeelding is speels en dwars. Zij schenkt ons een perspectief, bijvoorbeeld in de installaties met kleurrijke vogels van Nosrat Mansouri Gilani. Zijn kunstwerken kunnen gedeeld worden met anderen die er kracht uit putten om tot vernieuwend handelen te komen. Gelukkig vinden mensen binnen en buiten de religieuze gemeente, steeds weer hoop en kracht om verandering na te streven. Om dan onderweg tot hun verrassing te ontdekken dat zij samen één geheel vormen dat kwetsbaar is én krachtig; dat hen draagt en een toekomst opent.
Bas van den Berg
voorzitter Stichting PaRDeS
Hans Alma (2020) Het verlangen naar zin. De zoektocht naar resonantie in de wereld. Utrecht: Ten Have.
Faris-ud-Din-Attar (1977) De samenspreking der vogels. Wassenaar: Mirananda.
Niek Schuman (2018). Dat ding met veertjes: Hopen door alle kwaad heen. Kampen: Van Warven.
Ealine Pagels (2019) Waarom religie blijft. Utrecht: Ten Have.
Anton Wessels 2001) Islam verhalenderwijs. Amsterdam: Nieuwerzijds.