Leefmilieu als metgezel 1

Leefmilieu als metgezel 1

door Bas van den Berg op 1 oktober 2022

Over de relatie mens, natuur, geschiedenis en het Oneindige dat ons omgeeft.

De Ierse priester, filosoof en dichter John O’Donohue (1956-2008) werd geboren in het landschap van het westen van Ierland, in de Burren. Een landschap dat in de loop der eeuwen een unieke wisselwerking tussen natuur, mensen, cultuur, geschiedenis en spiritualiteit heeft doen ontstaan. Het heen en weer gaan van het leven tussen deze vijf domeinen van de werkelijkheid heeft de zogenaamde Keltische spiritualiteit voortgebracht. En die op zijn beurt heeft een enorme rijkdom aan liederen, legenden, verhalen en gedachten geboren doen worden. Zo zingt O’Donohue in zijn gedichten de Conamara Blues van de Burren.

Het bijzondere aan het werk van O’Donohue is dat hij een zeer sterke en subtiele poëtische taal heeft ontwikkeld om deze relaties op te roepen, te verwoorden en te verbinden. In het artikel in de Mozaïek van juni heb ik een eerste verkenning gedaan van een ander spreken en denken over de relatie tussen lichaam en ziel, materie en geest, natuur, cultuur en het grote geheel dat ons bestaan omvat.

John O’Donohue

In het bijzondere werk van deze Ierse auteur krijgen de basale relaties een geheel eigen accent. Het meest bijzondere in zijn filosofische en theologische bespiegelingen is dat de mens omschreven wordt als een onmisbaar en kostbaar onderdeel van een veel groter netwerk van relaties waarin het menselijke, natuurlijke en goddelijke met elkaar vervlochten zijn.  John O’Donohue laat op iedere bladzijde van zijn geschriften ervaren en voelen hoe alles in de geschapen werkelijkheid een eigen naam en een eigen vorm heeft. Hij begint te spreken over de ziel van alle elementen, bijvoorbeeld over het geheugen van een steen, over de reinigende werking van water en over de ingeademde frisheid van lucht.

De adem van het leven

De vallei waarin O’Donohue werd geboren en opgroeide was de schelp van zijn ziel. Hij en zijn broers groeiden op in een agrarisch landschap waarin ouderen en jongeren rondwandelden in een omgeving die zij dagelijks in- en uitademden. In die wereld was het samenspel tussen mens en omgeving een gedicht zonder woorden, een echo die altijd weer naar de agrarische mens terugkeerde. De lucht kon een ‘briesje van regen’ bevatten of ‘een wind vol warmte’ voor de opmerkzame neus. De steen kerfde zijn herinnering diep in de handen die haar beitelde. Vuur was het leven in de haard, het centrum van het huis en water liet zichzelf zien in haar meest natuurlijke vorm: in stroompjes of bronnen. Je leerde van jongs af aan van ouderen hoe het werk gedaan diende te worden in een open contact met wat het landschap vroeg. Ruimte en tijd kregen hun eigen ritme in deze bijzonder wijze van werken en leven in het ritme van dag en nacht alle seizoenen door.

John O’Donuhue leerde thuis om in één dag te doen wat die dag vroeg. Hij onderkende de mogelijkheden van de dag en gebruikte die dan ook. ‘Als mensen uit het landschap tevoorschijn komen, is er voortdurend behoefte aan fysieke, zintuiglijke elementaire interactie met het landschap zoals het ademt. Onze leefwereld is in de 20e eeuw steeds drukker en luidruchtiger geworden. We hebben de stilte uit ons leven verdrongen omdat we bang zijn voor wat die stilte ons te zeggen zou kunnen hebben. Stilte is de stem van het grote geheim. Stilte stelt ons in staat om opnieuw te dromen van een wereld die ons draagt en omvat’.

De vier elementen

In zijn boek ’de vier elementen’ geeft O’Donohue aan het landschap van de Conamara haar eigen subjectieve stem terug. We moeten weer leren om het landschap te respecteren op zijn eigen kwaliteiten en te leren letten op de eigen geestkracht en zeggingskracht in alle levensvormen. En op een dieper niveau kan het landschap je verder laten doordringen in het mysterie waarom een mens hier op aarde is. Op voorwaarde tenminste dat je je verbeelding leert hanteren. Kennis in verbeeldingskracht is kennis die tot je komt door onderzoek te doen naar je leefomgeving, naar de natuur, cultuur, geschiedenis, het sociale en geestelijke leven van de gemeenschap waar je deel van uitmaakt.

In 1994 en 1995 publiceert O’Donohue essays over de Vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. Het begint in 1994 met ‘AARDE’ als het ‘heiligdom van de herinnering’. Daarna in 1995 de andere drie meditaties: VUUR, thuis in het hart van de geest; LUCHT, de adem van God en WATER, de tranen van de aarde. Van alle vier elementen geef ik in dit en in de volgende drie artikelen in de Mozaïek een paar kenmerkende poëtische mijmeringen uit zijn meditaties. In de vallei de Burren ervaart de schrijver het landschap als vriend, als metgezel. Het leefmilieu staat ons volgens O’Donohue toe om in alle vier de seizoenen het leven als uniek te ervaren. Zij schenkt ons onderdak, warmte  en schoonheid. Alles wat zij van ons mensen vraagt is respect en liefde. Stilte en rust versterken het echt aandachtig aanwezig zijn in het hier en nu.

Lucht…de adem van God

Het is lucht die ons ruimte geeft en die ons in staat stelt om te ademen. Zonder beweging is er geen leven mogelijk. Alle groei is alleen mogelijk door beweging. Lucht is een heel intiem element. Het komt direct door je ademhaling in je bloed, recht in het hart van je bestaan. Adem is wat het ritme van je leven in beweging zet. Mensen zijn niet alleen maar schepselen. Ze zijn heel oud en vormen een heel bijzondere mix van materie en geest, van stof en levensadem, van lichaam en ziel. Mensen zijn als tussenwezens gemaakt van materie/stof en lucht/adem. Ze hebben een kader van vlees en bloed. Maar hun innerlijke wereld is geschapen uit het lucht element. Zo is de wereld van ziel en geest in ieder mens uniek aanwezig. En dat unieke drukt zich uit in de naam van ieder mens. De andere elementen van vuur, water en aarde zijn daarin ook aanwezig. Met als gevolg dat ieder persoon een ‘er-tussen-in’ wezen is. Daar komt dan ook individualiteit tevoorschijn, hier in die ‘er-tussen-in’ wereld. We zijn niet onder de aarde en we zijn niet in de hemel/lucht. Mensen zijn gegronde en gewortelde wezens. Hun lemen voeten houden hen op de grond. Alle creativiteit  krijgt zijn spanning en inspiratie door de wisselvalligheden van ons leven in de tussenwereld van  hemel en aarde, materie en geest, ziel en lichaam te ontcijferen. Mensen ontwikkelen in die wisselwerking een spiritualiteit die geworteld is in de aarde, en die geïnspireerd wordt door de lucht, de hemel.

Lof voor de lucht:

Laat ons de lucht zegenen

weldoener van adem

bewaarder van een fragiele brug

waar we overheen ademen

……..

In naam van lucht

bries

en wind,

mogen onze zielen

in het ritme blijven

met de Oneindige

Levensadem.


Leefmilieu als metgezel 2

Over de relatie mens, natuur, geschiedenis en het/de Oneindige dat/die ons omgeeft.

De drempel tussen het zichtbare en onzichtbare

Eén van de grote drempels in de werkelijkheid is de drempel tussen het zichtbare en het onzichtbare. Het zichtbare is wat wij zien: stenen, wegen, gezichten, kamers, tafels, stoelen etc. Het onzichtbare is wat wij niet zien: schoonheid, stilte, tijd, wind en…Gij Nabij, de Oneindige. Van die werkelijkheden kunnen we geen beeld maken. De werkelijke presentie van onze geest is onzichtbaar, ook van onze ziel, evenals de ware gestalte van een ander persoon. Aanwezig zijn in het hier en nu is vitaal en onmiddellijk, maar het blijft iets dat je aanvoelt en niet iets dat je kunt waarnemen.

Vriendschap met het onzichtbare is van vitaal belang voor ons innerlijk, geestelijk leven. Onze obsessie met de materiële wereld betekent uiteindelijk op wereldschaal de vernietiging van de aarde, tenzij wij wereldwijd in vriendschap gaan leven met onze leefomgeving. Vaak is er sprake van een totale verstoring tussen de religieuze overtuigingen van mensen, die heel vroom kunnen zijn en hun totale verblinding voor het leven en de geestkracht van het levende landschap.

Slechts enkele generaties geleden had ieder veld in Ierland een eigen naam. Er leefde een oud besef van de nabijheid van de onzichtbare wereld middenin de zichtbare. De onzichtbare wereld is heel dichtbij het onbekende. We weten niet waar we vandaan komen. Onze oorsprong ligt in het onbekende. Onze toekomst ligt ook in het onbekende. Alle creatief denken en alle spiritualiteit is een poging om de anonimiteit van het onbekende weg te nemen, en het te transformeren in een uitnodiging en in mogelijkheden.

Dit is de betekenis volgens O’Donohue van elke conceptualisering van het goddelijke. En dat is in de kern onvoorwaardelijke liefde. Stel je voor dat je verdwaald bent in een leeg universum waar de anonieme oneindigheid zich naar alle kanten uitbreidt. Daar zou geen hart in voorkomen. Hoewel de ruimte zeer uitgestrekt is en ver weg, is het hart ervan liefde. Liefde, zo zegt Dante, in de Divina Commedia doet sterren en planeten wentelen. De creativiteit in het hart van levenskunst is het loslaten. Als je iets of iemand liefhebt, laat het los en dan komt die of dat naar je toe. Dat is de vrije kunst van aandachtig aanwezig zijn in liefde en vriendschap. Het koninkrijk van God, van Gij Nabij gaat over de gedaanteverandering van niets en anonimiteit naar de vruchtbaarheid van mogelijkheden, naar het gekend worden in je naam. Zoals de eerste ademtocht ons tot aanwezig zijn brengt in deze werkelijkheid, zo brengt onze laatste ademtocht ons in de oneindige wereld waar we verenigd worden met de Oneindige Nabije, Gij Nabij.

Water: de tranen van de aarde.

Water is een heel mooi element, het is een tussen-in-element. Water brengt als verschijnsel ook vele betekenissen voort. Als we iets nieuws ontdekken in de wereld noemen we dat een nieuwe bron. Een originele geest ontdekt en brengt een nieuwe bron tot leven. De glorie van de menselijke geest is zijn oneindigheid, de eindeloze en onbekende bronnen daarin die erop wachten om bevrijd te worden. Water heeft een grote vrijgevigheid en nederigheid.  Het neemt de vorm aan van wat het omvat. Water is daarom ook een wonderlijk verbeeldingsrijke uitnodiging. Verbeelding wordt altijd getrokken naar de verborgen vorm van dingen. Door haar geduld lokt het de vorm om zich te laten zien. Niet de wil, zoals zo lang in de christelijke traditie is gedacht, maar de verbeelding is een vermogen dat indirect is en schuin. Zij bewerkt dat wij de vormen van waarneming en mogelijkheden ontdekken, die we zo nodig hebben op onze reis naar wie we zijn. God spreekt in de diepte van de ziel. Persoonlijke openbaring is het luisteren naar je gedachten, naar de stem van de Geest van je leven. In de aanwezigheid van Gij Nabij komen en luisteren naar de Oneindige Nabije zijn ten diepste verbeeldingsrijke activiteiten. Het mooiste woord voor water is het Galic uisce. Uisce heeft twee lettergrepen die perfect het geluid en het fluisteren van water bij elkaar houden.

De taal van de tranen

Water heeft geen gezicht. Het kent geen centrum van identiteit. Het heeft nooit eenzelfde intimiteit als een landschap of de warmte van een vuur. Waar geen water is, is alles verschroeid. Waar water is, is alles groen en gaat bloeien. Water is het verschil tussen leven en dood.

Een van de meest uitgesproken vormen van water zijn tranen. Mensen drukken zich voornamelijk uit in gedrag, hun verbeelding en hun taal. Taal is de meest ongelooflijke vorm van aanwezig zijn. Het haalt de verborgen affiniteiten naar boven in wat vreemd is en buiten ons is. Aan de uiteinden van de menselijke gevoelswereld verschijnt de taal van de tranen. In droefheid en in lijden drukken we onszelf uit in de taal van tranen.
Joseph Brodsky zegt: ‘Een traan is het vooruitgrijpen van de toekomst door het oog’. Ondanks de pijn die je voelt in het huilen, kan het resultaat ervan zijn een groot gevoel van opluchting en evenwicht. Aan het andere uiteinde van het menselijk zelfverstaan is echt geluk ook uitgedrukt in de taal van de tranen, tranen van vreugde. Ook op het hoogtepunt van het vrijen is de taal opnieuw de vloeibare taal waarin de een zich in de ander verliest. In de diepe tranen van de liefde bedrijven wordt een kind verwekt. Ook in de mystieke traditie hebben tranen een speciale plaats: de gave van de tranen. Iemand die in de tederheid van Gij Nabij komt wordt tot tranen geroerd door die aanraking van het Oneindige.

Het water element speelt een hoofdrol in het verhaal van de Schepping. Vgl. Gen.1: 6. Speciale rol van water in de oorsprong, ontwikkeling en definitie van de Doop als een sacrament. De nieuwe tempel van de Heilige Geest is het lichaam. In het centrum daarvan zijn er frisse bronnen van levend water. Wie van dit water drinkt heeft nooit meer dorst. De doop is een van de mooiste sacramenten. De eenzaamheid van het bestaan in een afgescheiden lichaam wordt opgeheven. Iemand wordt door de doop een intiem familielid van het volk van de Levende Nabije. De onderdompeling van de boreling in het water brengt reiniging van de loden zwaarte van het aardse leven, en brengt je in de lichtheid en vloeiend van de wereld van de geest. De bron van leven wordt niet langer buiten het leven gezocht, maar is midden in het leven.

Het water element is in het hart van de evolutie. Alle leven komt uit de zee. Leven klom uit het water op het land. Zo begint ironisch ook het menselijk leven. Ieder van ons begint zijn of haar leven in het water van de baarmoeder. In de baarmoeder komt alles tot ons in de golfbeweging. Onze eerste levenservaringen deden we op in het element water.

Water en tijd.

De wereld die ons het meest nabij is, die van de ziel, is onzichtbaar. Mensen hebben altijd metaforen van de wereld van de elementen gebruikt om de onzichtbare wereld op te roepen. Water heeft altijd een sleutelrol gespeeld in deze vertolking, in het bijzondere in relatie tot de tijd. Een van de fascinerende aspecten van tijd is haar geleidelijkheid. Zo beweegt de onzichtbaarheid van de tijd. Water weerspiegelt verandering en verandering beweegt zich op een circulaire manier. Zon, maan en aarde zijn een cirkel. Tijd is ook een cirkel, die begin en einde kent, oorsprong en voleinding. En een van de meest verbazingwekkende vormen die water kan aannemen is de zee. De aanwezigheid van de oceaan is zo krachtig dat die het goddelijke gelijkt; zijn constante beweging en geluiden verraden een krachtig innerlijk leven. Verrassend is in die enorme massa het perfecte gevoel voor ritme. De eb en vloed van het getij lijkt op de eb en vloed van de menselijke adem. Een van de oudste gesprekken in de kosmos is die tussen zee en kust. Die conversatie is een sublieme metafoor voor verwachting. Het land is hier en nu. Die zen-achtige stilte en er zijn maakt het land kwetsbaar. Het kan niet weg. Maar de oceaan is vloeibaar, zij kan overal heen.

Lof voor het water

Laten we de gratie van water zegenen

De verbeelding van de oertijd oceaan

waarin de eerste levensvormen zich roerden

tevoorschijn kwamen om de lege aarde aan te kleden

met warme quilts van kleur.

Laat ons zegenen de nederigheid van water

altijd bereid de vorm aan te nemen

van welk anders zijn dan ook.

Water: stem van verdriet

schreeuw van liefde,

in de traan die vloeit.

Water: voertuig en idioom

van alle innerlijk reizen

dat ons levend maakt.

Gezegend het water,

onze aartsmoeder

Bas van den Berg

Werkplaats Esprit de la Finesse


Literatuur:

Philipp Blom (2017) Wat op het spel staat. Amsterdam: De Bezige Bij.

Abraham Joshua Heschel (1933) Der Sjem Hameforash: Mentsh. Lider. (Jiddisch) Warschau: INDZL Publishing House. Vertaald in 2004 als : The Ineffable Name of God: Man. Poems. New York: Continuum.

Abraham Joshua Heschel (1955) God in Search of Man. A Philosophy of Judaïsm. New York: Harper and Row.

John O’Donohue (1997) Anam Cara: A Book of Celtic Wisdom. London: Bantam Books.

Idem (1998) Eternal Echoes: Celtic Reflections on Our Yearning to Belong. London: Bantam Books

Idem (2003) Beauty: The Invisible Embrace. Rediscovering the true Sources of Compassion, Serenity and Hope. London: Bantam Books

Idem (2008) To Bless the Space Between Us: A Book of Blessings. New York: Convergent.

Idem (2000) Conamara Blues.

Idem (2010) Echoes of Memory. London: Transworld Ireland.

Idem( 2010) The Four Elements. Reflections on Nature. London: Transworld Ireland.

Hartmut Rosa (2016) Leven in tijden van versnelling. Een pleidooi voor resonantie. Amsterdam: Boom.

©2023 Stichting PaRDeS | Privacy | Disclaimer
envelopephoneclockmagnifiercrossmenuarrow-right