1 De lucht
De Ierse priester, filosoof en dichter John O’Donohue (1956-2008) werd geboren in het landschap van het westen van Ierland, in De Burren. Een landschap dat in de loop der eeuwen een unieke wisselwerking tussen natuur, mens, cultuur, geschiedenis en spiritualiteit heeft voortgebracht. Het heen en weer gaan van het leven tussen deze vijf domeinen van de werkelijkheid heeft de zogenaamde Keltische spiritualiteit doen ontstaan. En die op zijn beurt heeft een enorme rijkdom aan liederen, legenden, verhalen en gedachten geboren doen worden. Zo zingt O’Donohue in zijn gedichten de Conamara Blues van de Burren.
Het bijzondere aan het werk van O’Donohue is dat hij een zeer sterke en subtiele theo-poëtische taal heeft ontwikkeld om deze relaties op te roepen, te verwoorden en te verbinden. In zijn werk krijgen de basale relaties een geheel eigen accent. Het meest bijzondere in zijn filosofische en theologische bespiegelingen is dat de mens omschreven wordt als een onmisbaar en kostbaar onderdeel van een veel groter netwerk van relaties waarin het menselijke, natuurlijke en goddelijke met elkaar vervlochten zijn. John O’Donohue laat op iedere bladzijde van zijn geschriften ervaren en voelen hoe alles in de geschapen werkelijkheid een eigen naam en een eigen vorm heeft. Hij begint te spreken over de ziel van alle elementen, bijvoorbeeld over het geheugen van een steen, over de reinigende werking van water en over de ingeademde frisheid van lucht.
De adem van het leven
De vallei waarin O’Donohue werd geboren en opgroeide was de schelp van zijn ziel. Hij en zijn broers groeiden op in een agrarisch landschap waarin ouderen en jongeren rondwandelden in een omgeving die zij dagelijks in- en uitademden. In die wereld was het samenspel tussen mens en omgeving een gedicht zonder woorden, een echo die altijd weer naar de agrarische mens terugkeerde. De lucht kon een ‘briesje van regen’ bevatten of ‘een wind vol warmte’ voor de opmerkzame neus. De steen kerfde zijn herinnering diep in de handen die haar beitelde. Vuur was het leven in de haard, het centrum van het huis en water liet zichzelf zien in haar meest natuurlijke vorm: in stroompjes of bronnen. Je leerde van jongs af aan van ouderen hoe het werk gedaan diende te worden in een open contact met wat het landschap vroeg. Ruimte en tijd kregen hun eigen ritme in deze bijzonder wijze van werken en leven in het ritme van dag en nacht alle seizoenen door.
John O’Donohue leerde thuis om in één dag te doen wat die dag vroeg. Hij onderkende de mogelijkheden van de dag en gebruikte die dan ook. ‘Als mensen uit het landschap tevoorschijn komen, is er voortdurend behoefte aan fysieke, zintuiglijke elementaire interactie met het landschap zoals het ademt. Onze leefwereld is in de 20e eeuw steeds drukker en luidruchtiger geworden. We hebben de stilte uit ons leven verdrongen omdat we bang zijn voor wat die stilte ons te zeggen zou kunnen hebben. Stilte is de stem van het grote geheim. Stilte stelt ons on staat om opnieuw te dromen van een wereld die ons draagt en omvat.
De vier elementen
In zijn boek ’de vier elementen’ geeft O’Donohue aan het landschap van de Conamara haar eigen subjectieve stem terug. We moeten weer leren om het landschap te respecteren op zijn eigen kwaliteiten en te leren letten op de eigen geestkracht en zeggingskracht in alle levensvormen. En op een dieper niveau kan het landschap je verder laten doordringen in het mysterie waarom een mens hier op aarde is. Op voorwaarde tenminste dat je je verbeelding leert hanteren. Kennis in verbeeldingskracht is kennis die tot je komt door onderzoek te doen naar je leefomgeving, naar de natuur, cultuur, geschiedenis, het sociale en geestelijke leven van de gemeenschap waar je deel van uitmaakt.
In 1994 en 1995 publiceert O’Donohue essays over de Vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. Het begint in 1994 met ‘AARDE’ als het ‘heiligdom van de herinnering’. Daarna in 1995 de andere drie meditaties: VUUR, thuis in het hart van de geest; LUCHT, de adem van God en WATER, de tranen van de aarde. Van alle vier elementen geef ik in dit en in de volgende drie artikelen in de Mozaïek een paar kenmerkende poëtische mijmeringen uit zijn meditaties. In de vallei de Burren ervaart de schrijver het landschap als vriend, als metgezel. Het leefmilieu staat ons volgens O’Donohue toe om in alle vier de seizoenen het leven als uniek te ervaren. Zij schenkt ons onderdak, warmte en schoonheid. Alles wat zij van ons mensen vraagt is respect en liefde. Stilte en rust versterken het echt aandachtig aanwezig zijn in het hier en nu.
Lucht…de adem van God
Het is lucht die ons ruimte geeft en die ons in staat stelt om te ademen. Zonder beweging is er geen leven mogelijk. Alle groei is alleen mogelijk door beweging. Lucht is een heel intiem element. Het komt direct door je ademhaling en je bloed, recht in het hart van je bestaan. Adem is wat het ritme van je leven in beweging zet. Mensen zijn niet alleen maar schepselen. Ze zijn heel oud en vormen een heel bijzondere mix van materie en geest, van stof en levensadem, van lichaam en ziel. Mensen zijn als tussenwezens gemaakt van materie/stof en lucht/adem. Ze hebben een kader van vlees en bloed. Maar hun innerlijke wereld is geschapen uit het lucht element. Zo is de wereld van ziel en geest in ieder mens uniek aanwezig. En dat unieke drukt zich uit in de naam van ieder mens. De andere elementen van vuur, water en aarde zijn daarin ook aanwezig. Met als gevolg dat ieder persoon een ‘er-tussen-in’ wezen is. Daar komt dan ook individualiteit tevoorschijn, hier in die ‘er-tussen-in’ wereld. We zijn niet onder de aarde en we zijn niet in de hemel/lucht. Mensen zijn gegronde en gewortelde wezens. Hun lemen voeten houden hen op de grond. Alle creativiteit krijgt zijn spanning en inspiratie door de wisselvalligheden van ons leven in de tussenwereld van hemel en aarde, materie en geest, ziel en lichaam te ontcijferen. Mensen ontwikkelen in die wisselwerking een spiritualiteit die geworteld is in de aarde, en die geïnspireerd wordt door de lucht, de hemel.
Lof voor de lucht:
Laat ons de lucht zegenen
weldoener van adem
bewaarder van een fragiele brug
waar we overheen ademen
……..
In naam van lucht
bries
en wind,
mogen onze zielen
in het ritme blijven
met de Oneindige
Levensadem.
2. Het water
De drempel tussen het zichtbare en onzichtbare
Eén van de grote drempels in de werkelijkheid is de drempel tussen het zichtbare en het onzichtbare. Het zichtbare is wat wij zien: stenen, wegen, gezichten, kamers, tafels, stoelen etc. Het onzichtbare is wat wij niet zien: schoonheid, stilte, tijd, wind en…Gij Nabij, de Oneindige. Van die werkelijkheden kunnen we geen beeld maken. De werkelijke presentie van onze geest is onzichtbaar, ook van onze ziel, evenals de ware gestalte van een ander persoon. Aanwezig zijn in het hier en nu is vitaal en onmiddellijk, maar het blijft iets dat je aanvoelt en niet iets dat je waar kunt nemen.
Vriendschap met het onzichtbare is van vitaal belang voor ons innerlijk, geestelijk leven. Onze obsessie met de materiële wereld betekent uiteindelijk op wereldschaal de vernietiging van de aarde, tenzij wij wereldwijd in vriendschap gaan leven met onze leefomgeving. Vaak is er sprake van een totale verstoring tussen de religieuze overtuigingen van mensen , die heel vroom kunnen zijn en hun totale verblinding voor het leven en de geestkracht van het levende landschap.
Slechts enkele generaties geleden had ieder veld in Ierland een eigen naam. Er leefde een oud besef van de nabijheid van de onzichtbare wereld middenin de zichtbare. De onzichtbare wereld is heel dichtbij het onbekende. We weten niet waar we vandaan komen. Onze oorsprong ligt in het onbekende. Onze toekomst ligt ook het onbekende. Alle creatief denken en alle spiritualiteit is een poging om de anonimiteit van het onbekende weg te nemen, en het te transformeren in een uitnodiging en in mogelijkheden.
Dit is de betekenis volgens O’Donohue van elke conceptualisering van het goddelijke. En dat is in de kern onvoorwaardelijke liefde. Stel je voor dat je verdwaald bent in een leeg universum waar de anonieme oneindigheid zich naar alle kanten uitbreidt. Daar zou geen hart in voorkomen Hoewel de ruimte zeer uitgestrekt is en ver weg, is het hart ervan liefde. Liefde, zo zegt Dante, in de Divina Commedia doet sterren en planeten wentelen. De creativiteit in het hart van levenskunst is het loslaten. Als je iets of iemand liefhebt, laat het los en dan komt die of dat naar je toe. Dat is de vrije kunst van aandachtig aanwezig zijn in liefde en vriendschap. Het koninkrijk van God, van Gij Nabij gaat over de gedaanteverandering van niets en anonimiteit naar de vruchtbaarheid van mogelijkheden naar het gekend worden in je naam. Zoals de eerste ademtocht ons tot aanwezig zijn brengt in deze werkelijkheid, zo brengt onze laatste ademtocht ons in de oneindige wereld waar we verenigd worden met de Oneindige Nabije, Gij Nabij.
Water: de tranen van de aarde.
Water is een heel mooi element, het is een tussen-in-element. Water brengt als verschijnsel ook vele betekenissen voort. Als we iets nieuws ontdekken in de wereld noemen we dat een nieuwe bron. Een originele geest ontdekt en brengt een nieuwe bron tot leven. De glorie van de menselijke geest is zijn oneindigheid, de eindeloze en onbekende bronnen daarin die erop wachten om bevrijd te worden. Water heeft een grote vrijgevigheid en nederigheid. Het neemt de vorm aan van wat het omvat. Water is daarom ook een wonderlijk verbeeldingsrijke uitnodiging. Verbeelding wordt altijd getrokken naar de verborgen vorm van dingen. Door haar geduld lokt het de vorm om zich te laten zien. Niet de wil, zoals zo lang in de christelijke traditie is gedacht, maar de verbeelding is een vermogen dat indirect is en schuin. Zij bewerkt dat wij de vormen van waarneming en mogelijkheden ontdekken, die we zo nodig hebben op onze reis naar wie we zijn. God spreekt in de diepte van de ziel. Persoonlijke openbaring is het luisteren naar je gedachten, naar de stem van de Geest van je leven. In de aanwezigheid van Gij Nabij komen en luisteren naar de Oneindige Nabije zijn ten diepste verbeeldingsrijke activiteiten. Het mooiste woord voor water is het Galic uisce. Uisce heeft twee lettergrepen die perfect het geluid en de fluisteren van water bij elkaar houden.
De taal van de tranen
Water heeft geen gezicht. Het kent geen centrum van identiteit. Het geeft nooit eenzelfde intimiteit als een landschap of de warmte van een vuur. War geen water is, is alles verschroeid. Waar water is, is alles groen en gaat bloeien. Water is het verschil tussen leven en dood.
Een van de meest uitgesproken vormen van water zijn tranen. Mensen drukken zich voornamelijk uit in gedrag, hun verbeelding en hun taal. Taal is de meest ongelooflijke vorm van aanwezig zijn. Het haalt de verborgen affiniteiten naar boven in wat vreemd is en buiten ons is. Aan de uiteinden van de menselijke gevoelswereld verschijnt de taal van de tranen. In droefheid en in lijden drukken we onszelf uit in de taal van tranen. Joseph Brodsky zegt: ‘Een traan is het vooruitgrijpen van de toekomst door het oog’. Ondanks de pijn die je voelt in het huilen, kan het resultaat ervan zijn een groot gevoel van opluchting en evenwicht. Aan het andere uiteinde van het menselijk zelfverstaan is echt geluk ook uitgedrukt in de taal van de tranen, tranen van vreugde. Ook op het hoogtepunt van het vrijen is de taal opnieuw de vloeibare taal waarin de een zich in de ander verliest. In de diepe tranen van de liefde bedrijven wordt een kind verwekt. Ook in de mystieke traditie hebben tranen een speciale plaats : de gave van de tranen. Iemand die in de tederheid van Gij Nabij komt wordt tot tranen geroerd door die aanraking van het Oneindige
Het water element speelt een hoofdrol in het verhaal van de Schepping. Vgl. Gen.1: 6. Speciale rol van water in de oorsprong, ontwikkeling en definitie van de Doop als een sacrament. De nieuwe tempel van de Heilige Geest is het lichaam. In het centrum daarvan zijn er frisse bronnen van levend water. Wie van dit water drinkt heeft nooit meer dorst. De doop is een van de mooiste sacramenten. De eenzaamheid van het bestaan in een afgescheiden lichaam wordt opgeheven. Iemand wordt door de doop een intiem familielid van het volk van de Levende Nabije. De onderdompeling van de boreling in het water brengt reiniging van de loden zwaarte van het aardse leven, en brengt je in de lichtheid en vloeiend van de wereld van de geest. De bron van leven wordt niet langer buiten het leven gezocht, maar is midden in het leven.
Het water element is in het hart van de evolutie. Alle leven komt uit de zee. Leven klom uit het water op het land. Zo begint ironisch ook het menselijk leven. Ieder van ons begint zijn of har leven in het water van de baarmoeder. In de baarmoeder komt alles tot ons in de golfbeweging. Onze eerste levenservaringen deden we op in het element water.
Water en tijd.
De wereld die ons het meest nabij is, die van de ziel, is onzichtbaar. Mensen hebben altijd metaforen van de wereld van de elementen gebruikt om de onzichtbare wereld op te roepen. Water heeft altijd een sleutelwoord gespeeld in deze vertolking, in het bijzondere in relatie tot de tijd. Een van de fascinerende aspecten van tijd is haar geleidelijkheid. Zo beweegt de onzichtbaarheid van de tijd. Water weerspiegelt verandering en verandering beweegt zich op een circulaire manier. Zon, maan en aarde zijn een cirkel. Tijd is ook een cirkel, die begin en einde kent, oorsprong en voleinding. En een van de meest verbazingwekkende vormen die water aan kan nemen is de zee. De aanwezigheid van de oceaan is zo krachtig dat die het goddelijke gelijkt; zijn constant beweging en geluiden verraden een krachtig innerlijk leven. Verrassend is in die enorme massa het perfecte gevoel voor ritme. De eb en vloed van het getij lijkt op de eb en vloed van de menselijke adem. Een van de oudste gesprekken in de kosmos is die tussen zee en kust. Die conversatie is een sublieme metafoor voor verwachting. Het land is hier en nu. Die zen-achtige stilte en er zijn maakt het land kwetsbaar. Het kan niet weg. Maar de oceaan is vloeibaar, zij kan overal heen.
Lof voor het water
Laten we de gratie van water zegenen
De verbeelding van de oertijd oceaan
waarin de eerste levensvormen zich roerden
tevoorschijn kwamen om de lege aarde aan te kleden
met warme quilts van kleur.
Laat ons zegenen de nederigheid van water
altijd bereid de vorm aan te nemen
van welk anders zijn dan ook.
Water: stem van verdriet
schreeuw van liefde,
in de traan die vloeit.
Water: voertuig en idioom
van alle innerlijk reizen
dat ons levend maakt.
Gezegend het water,
onze aartsmoeder
3 Het vuur
Vuur: thuis in het hart van de geest
Het fascinerende in de Big Bang theorie is dat er zoveel gebeurde in de eerste minuut. Het begin van alle dialectiek en ritme kan worden gevonden in dit oorspronkelijke conflictmoment, het conflict tussen orde en chaos, tussen vuur en vorm. Het is ook fascinerend dat ondanks alle ruimteonderzoek het Oneindige maar voor een klein stukje is verkend. Er is een moment geweest dat de gehele kosmos oneindig samengeperst en klein was. Het is moeilijk voor te stellen dat een kosmos die zich zo uitbreidt in oneindigheid ooit zo klein was. Er bestaat een ondraaglijke schoonheid in het tevoorschijn komen van Oneindigheid vanuit zo’n beperking. Hetzelfde geldt voor de zon. Zonder warmte van de zon, zou er geen leven bestaan waar dan ook. De zon is de bron van alle kleuren, van licht en warmte.
Vuur op aarde
Vuur speelt een sleutelrol in de oorsprong, ontwikkeling en omschrijving van menselijk bewustzijn en van cultuur. Prometheus is de held in de mythe van de oudheid over het vuur. Hij is de Adam van de klassieken. Door vuur te stelen van de goden, ontstak hij de vonk van menselijke vrijheid en autonomie. Vuur wordt aangetroffen in iedere maatschappij. Het vermogen met vuur om te gaan is voorbehouden aan mensen. Zelfs in belangrijker mate dan taal en het hanteren van gebruiksvoorwerpen is vuur een exclusief menselijk vermogen. De ontwikkeling van menselijke beschaving is nauw verbonden met het gebruik van vuur. Van de pottenbakker en de smid tot de industriële arbeider, vuur is een cruciale en machtige kracht. Vuur was ook essentieel in de ontwikkeling van werktuigen en wapens. Door dergelijke werktuigen kon de mens de aarde temmen en omvormen. Zonder vuur had er ook geen transitie in voedsel en in eten plaatsgevonden.
Vuur als element
Vuur is fascinerend. Een vuur is nooit stil. Het verandert voortdurend van vorm, danst en stijgt op. Vuur is heel spontaan. De afstand tussen vonk en razend vuur is maar klein. Volgens de Franse filosoof Jean Baudrillard (1919-2007) is waarnemen zo moeilijk voor de moderne mens omdat versnelling op alle terreinen het moderne bewustzijn zo zwaar belast. De vonk wordt razendsnel een razend vuur en dat heeft geen goed effect op de mens. Dat zegt ook iets over de honger naar spiritualiteit die je overal om ons heen kunt aanvoelen. De overdaad aan bewustzijn en informatie maakt rust en vervulling moeilijk. Het spirituele ontwikkelt zich het beste in een rustig en verstild ritme. Zonder verstilling en stilzwijgen kan de ziel nooit tevoorschijn komen en ons ook niet verbinden met het leven.
De haard als centrum
De haard is het centrum van het huis. Daarom heen verzamelt zich de familie. Waar een huis mensen bescherming biedt voor de buitenwereld, is de haard de enige plek in het huis waar de natuur in zijn wildheid aanwezig is. De haard is ook de plaats waar bijzondere gesprekken plaats vinden; op die plek werd eeuwenlang beschaving en cultuur doorgegeven. Rond de haard worden verhalen verteld. Als je bij het vuur zit, ontwaakt de verbeelding en word je in vreemde gebieden gebracht door beelden en gebeurtenissen in een eindeloos verhaal. De haard is het theater van het woord. Filosofisch gesproken is het de tijd bij de haard waarop de verborgen diepere dimensie van het leven tevoorschijn komt in verhalen. De haard is de plaats voor warmte, intimiteit en verbondenheid. Een krachtige metafoor voor ieders spirituele zoektocht, want de haard is de plaats waar het hart thuiskomt. Dat is een diep bewust/ onbewust verlangen in alle spiritualiteit: uit de vervreemding en de koude van de winter tevoorschijn komen om in de warmte van vereniging en verzoening thuis te komen. Iedere spirituele reis is een reis naar huis.
Vuur en de ziel
Theoloog en mysticus Meister Eckhart (1260-1328) zei ooit dat er een plaats in de ziel is waar tijd, ruimte en het lichaam niet kunnen komen Die heilige tempel bevindt zich in ons hart. Dat is de Vunklein, de goddelijke vonk in ieder hart. De passie in ons hart is van goddelijke oorsprong. Licht is aanwezig op de oppervlakte van alle dingen. Vuur kan de essentie van dingen raken. Daarom is het christelijk onderricht over de Heilige Geest zo diep en zo belangrijk. De warmte en het vuur van het menselijk hart is ontvangen van de Heilige Geest. Max Scheler zegt: “Elk ding is slechts de grens van de vlam waaraan het zijn bestaan te danken heeft”. Ieder mens en ieder object stijgt boven zichzelf uit in de vlam van zijn of haar presentie. Dat is de aura van alles. Deze vlam suggereert de uniciteit van de menselijke presentie als een warm en verwelkomend in het hier en nu zijn. Onderdeel van de wijsheid van een creatief en helend leven leiden is het leren van de kunst van het innerlijk vuur goed gebruik te maken. Het universum heeft haar oorsprong in vuur. Er is vuur in het hart van de aarde. Vuur heeft in de evolutie van alle leven en cultuur een centrale rol gespeeld, altijd.
Lof voor het vuur
Laat ons loven de gratie en risico van vuur
In het begin
was het woord rood,
en het tweede was donder
de wond in het ongeziene
morste het rode weer van het leven.
In de naam van vuur,
vlam
en licht:
geprezen de pure presentie van vuur
dat brandt van binnenuit
zonder te denken aan tijd
………..
Moge moed
onze levens doen opvlammen,
In de naam van vuur
vlam
en licht.
4 De aarde
Aarde: het heiligdom van de herinnering
In een begin was er stilte. Overal heerste de oerstilte. Duizenden jaren groeide de fluistering van het woord, de Wijsheid, totdat door een spleet in de stilte geluiden en dingen tevoorschijn kwamen. De metafoor van de ‘creatio ex nihilo’ schenkt ons een bijzondere lens om geheel anders naar de schepping te kijken. Het brengt ons naar het gezichtspunt van het oorspronkelijk moment waarop materie voor het eerst in de stilte van oneindige ruimtes kroop. Het doet ons beseffen hoe plotseling het aanwezig raken van materie verscheen en de persoonlijkheid ervan. Volgens Rilke kunnen we niet wonen in een door ons uiteengelegde wereld. De metafoor van de ‘schepping uit het niets’ nodigt ons uit deze vermoeiende vormen van kijken achter ons te laten en ons in te laten met de ‘tweede onschuld’ die van een frisse ontmoeting met de schepping. De schepping keert terug naar de waardigheid en glans van haar pure anders zijn.
Het landschap als eerstgeborene van de schepping.
Het landschap is niet gewoon wat hier is. Het duurde duizenden jaren voordat het landschap verscheen. Het was er al ver voor dat wij van een bestaan droomden. Het landschap zag ons komen. In het oog van het landschap waren wij spookachtig. Zonder landschap zou geen mens kunnen verschijnen. Ergens present zijn is cruciaal voor de menselijke identiteit. Zonder ergens te zijn zou er geen taal, persoon of gedachte kunnen opkomen. In de verbeelding van een wereld, van een werkelijkheid kan het landschap niet gemist worden. De reis van de mens, het zoeken van zin zou onvoorstelbaar zijn. Landschappelijkheid is de voorwaarde voor de mogelijkheid van bestaan van alles wat is. Zonder een ‘hier’ kan geen ding en geen mens bestaan,. Waarom is het landschap zo weinig opgemerkt? Waarom is het milieu verwaarloosd en misbruikt? Door menselijke hebzucht en verblinding. De mens die zo laat in de evolutie verscheen, dacht arrogant het landschap zich te kunnen toe-eigenen. Een tweede reden is dat het landschap verlegen is. Ondanks alle gastvrijheid van haar, werkt het landschap zelden direct op ons in. Ze houdt zich verborgen voor ons, ook al bestaat zij eeuwen langer.
Landschap en stilte
Er is een stilte onder en tussen de woorden. Stilte is de voorwaarde voor de mogelijkheden van taal. Zonder deze genereuze stilte zou geen woord ooit worden gesproken of gehoord. Stilte is kwetsbaar. Hoe kunnen mensen gevoelig worden voor de waardigheid en onafhankelijkheid van de aarde, van het landschap? Misbruik van de aarde heeft zijn wortels in hebzucht in een vernielde waarneming. Een van de fatale ketterijen in de christelijke mythe is de arrogante beperking van geest en ziel alleen voor de mens. Niets of niemand anders bezit een ziel. De uiteindelijke legitimering van deze destructieve ideologie (geen theologie!) was het geloof dat de Levende zelf dit wilde. Zoals zo vaak in de geschiedenis van onderdrukking en vernietiging werd de schone gevoeligheid en verbeelding van de Schepper veranderd in het morele monster van een dominerende godheid. Omdat landschap, en de niet menselijke levensvormen hoofdzakelijk in stilte en zwijgen leven, kunnen zij niet terugvechten. Aarde is kwetsbaar, haar stilzwijgen is ook de absentie van drukte. Zen-achtig kent zij een dynamisch evenwicht en leeft in een vrede van er zijn. Landschap heeft een wonderlijke variëteit van aanwezig zijn. Spiritueel gezegd: iedere plaats heeft zijn eigen textuur en geest. Landschap is een panorama van verschil. Daarom zijn alle plekken ook uniek en bezitten die een intense autonomie.
Landschap en geheugen
Is er een plek waar het verleden zich kan verzamelen? Ja, dat is ons geheugen. Dat wat opweegt tegen vergetelheid is gedenken. Zoals de chassidische meester de de Baäl Sjem Tov ( De Meester van de Goede Naam) zegt: ‘Vergeten is ballingschap. Gedenken is verlossing.’ Technologie heeft geen innerlijke verbinding met de natuur. Want technologie heeft geen geheugen. Zonder de wortel van het geheugen wordt het menselijke een fletse schaduw. Menselijk zelfbesef en zelfverstaan hangt wezenlijk af van ons geheugen. Zonder de innerlijke en doorgaande stolling van ervaring, wat we geheugen noemen, is de menselijke persoon een anoniem geheel van losstaande indrukken. Iemands besef van oorsprong, plekbesef en richting zijn de onopgemerkte gaven van het geheugen. Niets wat ons overkomt gaat uiteindelijk verloren. Op een vreemde manier blijft alles wat gebeurt ergens levend in ons aanwezig. Menselijke ervaring is een reis of een gedaanteverandering. Zowel dat wat doorleefd wordt als degene die ervaart veranderen beiden. Ervaring is niet het verbruiken van het leven maar is de doorwerking van de schepping in de persoon en andersom van de persoon in schepping. Deze dynamiek brengt subtiele veranderingen teweeg in beide.
Lof van de aarde
Laat ons zegenen de verbeelding van de aarde.
Die kent al heel vroeg het geduld
om de geest van de tijd te benutten,
wacht op de zee om warm te worden,
klaar om te verwelkomen dingen
die dromen van reizen
tussen de stilte van het landschap door.
En hoe het licht de groei wist te voeden
totdat het oppervlak van de aarde
opklaart onder een visie van kleur.
Laten wij gedenken
de oude kleigrond
die het geheugen van seizoenen vasthoudt,
de passie van de wind,
het vloeien van het water,
de warmte van vuur,
de trillende aanraking van de zon
en de schaduw zekerheid van de maan.
Bas van den Berg
A: W. Barentszstraat 85, 3572 PE Utrecht. Per 6 januari 2023: Wichmannlaan 11, 3571 NK Utrecht
R: Esprit de la Finesse, werkplaats voor dialogisch spelen en leren rond spirituele bronverhalen
M: 06-19152639
T: 030-2715638
E: bwp.vdberg@ziggo.nl
Literatuur:
Philipp Blom (2017) Wat op het spel staat. Amsterdam: De Bezige Bij.
Abraham Joshua Heschel (1933) Der Sjem Hameforash: Mentsh. Lider. (Jiddisch) Warschau: INDZL Publishing House. Vertaald in 2004 als : The Ineffable Nam of God: Man. Poems. New York: Continuum.
Abraham Joshua Heschel (1955) God in Search of Man. A Philosophy of Judaïsm. New York: Harper and Row.
John O’Donohue (1997) Anam Cara: A Book of Celtic Wisdom. London: Bantam Books.
Idem (1998) Eternal Echoes: Celtic Reflections on Our Yearning to Belong. London: Bantam Books
Idem (2003) Beauty: The Invisible Embrace. Rediscovering the true Sources of Compassion, Serenity and Hope. London: Bantam Books
Idem (2008) To Bless the Space Between Us: A Book of Blessings. New York: Convergent.
Idem (2000) Conamara Blues.
Idem (2010) Echoes of Memory. London: Transworld Ireland.
Idem( 2010) The Four Elements. Reflections on Nature. London: Transworld Ireland.
Hartmut Rosa (2016) Leven in tijden van versnelling. Een pleidooi voor resonantie. Amsterdam: Boom.