Van de in 1992 overleden schrijver Bob den Uyl heb ik veel boeken gelezen. Hij kon heel komisch schrijven. Niet zelden schoot ik in de lach als hij heel droog allerlei komische situaties wist te beschrijven. Eén van zijn titels was “Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam”. Nogal wat van zijn korte verhalen zijn reisverhalen. Vandaar die titel waarin het letterlijk gaat om je weg in het buitenland zoeken en tal van ongemakken daarbij.
Atheïsten zullen ongetwijfeld de titel onderschrijven, want die hebben niet zoveel met God. Echter ook gelovigen zullen niet om de constatering heen kunnen dat er veel waars in de titel schuilt. In de kleine gespreksgroep met Turkse moslims waar ik deel van uitmaakte, kwam het noodlot waardoor mensen getroffen kunnen worden, ooit eens langs. Zij zeiden dat als je rampspoeden over je heen krijgt, je door Allah beproefd wordt. Dat vond ik een mooie verklaring. Toch bevredigde die mij niet, want dan blijft nog de vraag onbeantwoord waarom de één louter geluk op zijn pad treft en de ander ziekte of andere ellende.
Nogal wat gelovigen zien het als straf van God als je door narigheid wordt getroffen. Anderen gaan niet zo ver. Die conclusie mag je niet zomaar trekken, stellen zij, immers Gods wegen zijn duister. Vandaar dat het idee van een beproeving mij sympathiek overkwam. Je zou zelfs kunnen zeggen dat je in dat geval persoonlijke aandacht krijgt van God, zij het niet bepaald positief, dus daar mag je als gelovige best blij mee zijn. En als je de beproeving goed weet te doorstaan, is dat toch mooi een teken van geloof. Denk aan het Bijbelboek Job.
Niettemin blijft het voor gelovigen een moeilijk te verklaren verschijnsel als mensen worden blootgesteld aan natuurrampen, ziekten en meer van dat soort akeligs, terwijl zij niks slechts op hun geweten hebben.
Oorlogen zijn van een andere orde dan natuurrampen. Die rampen komen van buiten en worden normaal gesproken niet veroorzaakt door menselijk toedoen. Oorlogen doen mensen elkaar aan, zoals nu de Russen Oekraïne zijn binnengevallen, daar slachtoffers maken en ook nog van alles kapot maken.
Hoe krijg je mensen zo ver dat ze anderen gaan doden? Dat kan onder andere door die ander als Het Kwaad af te schilderen. God is met ons en de anderen zijn de Duivel. Dus die mag je van alles aandoen, volgens deze redenering.
Voor gelovigen is Het Kwaad moeilijk te plaatsen. God is immers almachtig, dus hoe kan Het Kwaad überhaupt bestaan en zoveel mensen in zijn greep hebben. Een verklaring is dat er zoiets is als de Duivel die opstandig is en God wil bestrijden. Maar God is goed. God is liefde.
Wat mij betreft ga ik daar niet zomaar in mee. Ik beschouw het als een mooie vondst dat de rabbijnen hebben gesteld dat ieder mens een neiging heeft tot het Goede en een neiging tot het Kwade. Het kwaad zit ook in onszelf, niet alleen bij de ander.
Het jodendom gaat ervanuit dat mensen naar Gods beeld zijn geschapen. Ik heb gemerkt in mijn contacten met moslims dat zo’n manier van denken welhaast als godslasterlijk wordt beschouwd. Dat snap ik best. Want in Joodse kring gaat men nog een stap verder. Ook de Allerhoogste mag je aanspreken op Zijn (of Haar) daden of voornemens, zoals Abraham deed toen God de zondige steden Sodom en Gomorra (Sdom en Amorra in de Hebreeuwse Bijbel) wilde vernietigen.
Nog weer een stap verder is het tribunaal dat door Joden in Auschwitz tegen de Allerhoogste zou zijn aangespannen, omdat hij zijn belofte aan het Joodse volk had gebroken tijdens de Holocaust (Sjoa). God werd schuldig bevonden. Waarna men overging tot gebed!