Elkaar kunnen vertrouwen is essentieel voor goede menselijk relaties. Dat geldt zowel voor samenlevingen als geheel (macroniveau) als voor huwelijken (microniveau) en alles daartussen. In tribale culturen worden familieleden (clans) geacht op elkaar te kunnen vertrouwen. Het is een sociale plicht. Als je van buiten de clan komt, is dat minder vanzelfsprekend – op zijn zachtst gezegd. Moderne en vaak anoniemere samenlevingen worden gekenmerkt door onderling vertrouwen tussen mensen, ook als ze niet dezelfde groep, stand, religie, enzovoort horen. Dat is naar mijn idee één van de sleutels voor de vooruitgang geweest, omdat in zulke samenlevingen dezelfde rechten en plichten horen te gelden zonder aanziens des persoons. Vertrouwen in elkaar wordt dan het cement van de maatschappij en die gedijt daarbij. Dit vertrouwen komt niet vanzelf, doch is gebaseerd op algemeen aanvaarde wetten die worden nageleefd.
Bij dialoog tussen leden van verschillende religies en culturen speelt vertrouwen ook een hoofdrol. Naast nieuwsgierigheid naar de ander en het kunnen respecteren van diens opvattingen over tal van essentiële zaken. Bij dat laatste komt diplomatie om de hoek kijken. Dat kan op gespannen voet staan met eerlijkheid of oprechtheid. Er is geen kunst aan om net te doen alsof je het goed kunt vinden met de ander en diens ideeën, terwijl je er ondertussen op neerkijkt, ze afwijst of zelfs verafschuwt en conflicten vermijdt. Tolerantie (een verguisd woord helaas) is voor dialoog essentieel.
Goede dialoogpartners weten - als ze wat verder zijn in de dialoog met elkaar - dat ze sterk van mening kunnen verschillen over belangrijke zaken zonder dat dit een goede relatie in de weg hoeft te staan. Tijdens dialoog kan je voor de keus komen te staan wat je het belangrijkst vindt: vasthouden aan een goede relatie met de ander door je principes in te slikken (water bij de wijn doen) óf niet loslaten van je eigen ideeën en die ook durven (én mogen!) uiten naar de ander (puurheid voorop).
In mijn dialoogtijd vanuit de Joodse gemeenschap met moslims en ook met diverse christenen waren Israël en zionisme regelmatig moeilijke onderwerpen die nog wel eens tot wantrouwen of erger, tot een breuk konden leiden. Iedereen heeft natuurlijk recht op zijn of haar eigen politieke mening over het Palestijns-Israëlisch conflict; anderzijds als je wéét hoe belangrijk voor de ander Israël is of (andersom) de Palestijnen zijn dan mag je verwachten dat daarmee rekening wordt gehouden.
De echte oplossing is dan niet om het conflict taboe te verklaren of op de lange baan te schuiven. De oplossing is echter ook niet om te doen alsof je het wel eens bent met elkaar. Bijvoorbeeld over de twee statenoplossing, dus Joden hun staat en de Palestijnen hun staat, terwijl je achter de rug van de ander voortdurend bezig bent om actie te voeren voor het boycotten van Israël. Dan ben je niet eerlijk en daarmee onbetrouwbaar. De dialoogrelatie stelt dan nauwelijks iets voor als het zo zit.
Andersom is natuurlijk ook waar. Dus doen alsof je voor de twee statenoplossing bent, maar ondertussen voluit tegen Palestijns nationalisme en een Palestijnse staat zijn, slaat nergens op.
Joden, jodendom en zionisme horen bij elkaar. Dat valt niet te ontkennen en maakt het ingewikkeld in de dialoog met Joden. Zeker als je als moslim vindt dat de Joodse staat Israël is gevestigd op islamitisch grondgebied en daarom dient te verdwijnen. En christenen die vinden dat Joden en jodendom geen bestaansrecht meer hebben, omdat zij de nieuwe Joden zijn geworden, zullen de heroprichting na 2.000 jaar van Israël als Joods land ongetwijfeld afwijzen.
De oplossing voor deze kwestie heb ik nooit gevonden. Het hielp wel als dialoogpartners rond dit eeuwige conflict de twee statenoplossing propageerden. Maar dan ook écht en niet als lippendienst!