Turkije is een fascinerend land. Driemaal ben ik er op vakantie geweest.
Mijn animo om het land te bezoeken verdween snel na de opkomst van Erdogan en zijn steeds vijandiger houding ten opzichte van Israël. Inmiddels probeert de Turkse president het over een andere boeg te gooien en is Turkije druk bezig om de relatie met de Joodse staat te verbeteren. Of het weer wordt zoals het in verleden was, vraag ik me af. Het motief is erg doorzichtig en dat maakt wantrouwend. Erdogan is tot het inzicht gekomen dat Turkije steeds meer geïsoleerd kwam te staan. En Turkije hengelt naar de aanleg van een pijpleiding om gas uit de Israëlische gasvelden naar Europa te transporteren.
Het aanleggen van een nieuwe gasleiding over de zeebodem via Cyprus en Griekenland is mogelijk een betere keus.
Wat er in Turkije gebeurt, heeft direct zijn weerslag op de Turken in Nederland. Of moet ik zeggen Turkse Nederlanders? Ik weet nog goed dat de contacten die ik had met Nederlandse Turken moeizamer werden toen de AK-partij met Erdogan aan het hoofd antizionistisch werd. Een van Turkse dialoogpartners zei me letterlijk dat hij vroeger anders over Israël dacht. Inmiddels was hij anti-Israël geworden. Dat is niet onmiddellijk hetzelfde als anti-Joods. De grens tussen anti-Joods en anti-Israël is echter dun.
Met de Turken van de beweging van Fettulah Gülen bleven de relaties echter goed. Met een aantal van hen heb ik jarenlang in een vriendengroepje gezeten. We wisselden van alles uit over islam en jodendom en andere interessante zaken. Ik weet zeker dat ik nog steeds aan het groepje had deelgenomen als ik niet naar Israël was vertrokken. Het groepje bestaande uit Gülen aanhangers en liberale Joden bestaat nog steeds. Op een gegeven moment werd duidelijk dat één van mijn Turkse vrienden het steeds moeilijker kreeg in zijn familie en in de Turkse gemeenschap vanwege zijn voorkeur voor Gülen. De Gülenisten werden bestempeld tot de rotte appels in de Turkse fruitmand. Onze Turkse vriend is te beschouwen als één van de gezichten van Gülenbeweging in Nederland.
Inmiddels, zo hoorde ik onlangs, wordt het hem zo moeilijk gemaakt in zijn woonplaats dat de situatie hem boven het hoofd aan het groeien is. Het was een schokkend bericht.
De tegenstellingen binnen de Turkse gemeenschap veroorzaakt door de verhoudingen in Turkije, kunnen heftig zijn. Daar is die gemeenschap niet uniek in. Ook binnen de Marokkaanse gemeenschap was sprake van de lange arm van het Marokkaanse bewind, wat allerlei gevolgen had voor hoe Marokkaanse Nederlanders met elkaar omgingen. En zo zijn er meer voorbeelden te nomen, zoals de Surinaamse gemeenschap met voor- en tegenstanders van Bouterse.
Als ik met het oog op dialoog in contact trad met leden van andere religieuze en culturele gemeenschappen was ik mij al snel bewust van de noodzaak om goed na te gaan wat voor vlees je in de kuip had. Van tijd tot tijd kreeg je ook gauw in de gaten dat de ene groep niet erg gesteld was op de andere binnen eenzelfde gemeenschap. Dat maakte de dialoog er niet gemakkelijk op. Van tijd tot tijd voelde ik me dan een soort cultureel antropoloog die zijn weg moest zien te banen op vreemde bodem.
Er kunnen momenten ontstaan dat je moet kiezen voor de ene groep of voor de andere omdat die groepen niet met elkaar door één deur kunnen. In het geval van de Turkse gemeenschap zou ik de Gülenisten niet laten vallen. Al kan het gevolg daarvan zijn dat andere Turkse groeperingen dan afhaken in het contact. Dat moet dan maar.