Schuld is positief gesproken verantwoordelijkheid. Een kerk die zich uitspreekt over begane fouten in het verleden verdient waardering. Niet dat de mensen vandaag de dag persoonlijk schuld hebben aan het verleden van verguizing van het Jodendom, maar ze zijn wel verantwoordelijk als dat verleden nog steeds heden en toekomst bepaalt.
Een schuldbekentenis betekent dus allereerst een principiële bereidheid om antisemitisme te bestrijden door educatie, goede prediking en vriendschappelijke contacten met de Joodse gemeenschap. Waarvoor moet worden gewaakt is een schuldbekentenis die door de mensen als beschuldiging wordt gevoeld. Ook moet de kerk zich niet als ‘professionele’ schuldbelijder opwerpen: dat wekt irritatie.
Spijt over het verleden dient te worden gevolgd door het vaste besluit om een nieuwe toekomst in te slaan, met concrete initiatieven wat betreft Jodendom aan theologische opleidingen. De academische studie van het Jodendom in Nederland brokkelt af.
Antisemitisme is echter van alle tijden en zal als een zevenkoppige draak in allerlei nieuwe vormen de kop opsteken, als de kerken zich niet samen met onderwijs inspannen om het te bestrijden. Ook van belang zijn gesprekken met de moskeeën over de gemeenschappelijke grondslagen van de drie religies. Pas dan zal vooroordeel aan alle zijden wijken.
Juist Kerk-en-Israël instanties hebben de neiging om de islam te negeren, een slechte zaak! Zonder dialoog is nog nooit iemand van mening veranderd. Dit besef van verantwoordelijkheid van de kerken is dus niet overbodig en komt nooit te laat.